zaterdag 7 april 2012

10. COLUMN VERJARING, DESI BOUTERSE, TENENKROMMENDE WOORDEN, ACTUALITEIT: Logica van likmevestje

(tenenkrommende woorden deel twee)


ONDERWERP: ACTUALITEIT - VERJARING BIJ RECHTSZAKEN

 

Een bruggetje van mijn vorige column over Desi Bouterse naar deze column over tenenkrommende woorden deel twee (zie ook column 6).

Verjaring

Als zijn amnestiewetje niet had gewerkt, hadden we ons echt geen zorgen over onze vriend Bouterse hoeven maken. Dan was hij wel met iets anders gekomen. Ik gok op een nieuw verjaringswetje.
Wie ooit op het briljante idee van verjaring bij rechtszaken is gekomen weet ik niet, maar ik vind het allesbehalve briljant.
De hoofdreden van het invoeren van verjaring is dat zaken na lange tijd vaak heel moeilijk te bewijzen zijn. Naarmate de tijd verstrijkt, gaat het menselijk geheugen achteruit en bepaalde herinneringen worden misvormd of aangepast. Een luie aanklager die moedeloos werd van al die oude zaken waar geen mouw aan te passen viel, kwam met een idee. Als de bewijsvoering van een zaak uit een ver(der) verleden zo’n ernstig probleem is, waarom spreken we dan niet af om zaken die ouder zijn dan een x-aantal jaren niet meer in behandeling te nemen?
 

Totaal irrelevant

Veel mensen zien hier wel de logica van in. Ik niet. Ik vind het een logica van likmevestje.
Als er een misdrijf is gepleegd en je hebt een verdachte zul je met bewijzen moeten komen om de verdachte te kunnen veroordelen. Of het makkelijk of moeilijk is om die bewijsvoering rond te krijgen, is totaal irrelevant. Het draait bij het veroordelen van een verdachte maar om één ding: de bewijsvoering moet sterk genoeg zijn.
Dit houdt in dat hoe langer geleden een misdrijf is gepleegd, hoe meer moeite de aanklager (waarschijnlijk) zal moeten doen om de bewijsvoering rond te krijgen. De hoeveelheid tijd die gepasseerd is, verandert echter niets aan de bewijsvoering die nodig is voor een veroordeling. Een deugdelijke bewijsvoering moet het uitgangspunt van elke rechtszaak zijn en niet de (on)waarschijnlijkheid of die bewijsvoering kan worden gerealiseerd.
Bij verjaring wordt echter al bij voorbaat uitgesloten dat iets uit een verder verleden bewezen kan worden en dat deugt natuurlijk niet. Zo kan ik me gerust zaken voorstellen waarvan ook na vijftig jaar nog uitstekend de bewijsvoering rond te krijgen is.
 

Toetanchamon

En dan heb ik het nog niet eens over dé reden waarom verjaring in deze tijd sowieso echt niet meer kan: DNA. Door de ontdekking van het DNA leven we in een tijd waarin de mens zelfs met behoorlijk aanneembare theorieën kan komen over de precieze doodsoorzaak van Toetanchamon meer dan drieduizend jaar geleden!
Wie in deze tijd de stelling verdedigt dat het ondoenlijk is om met sluitende bewijsvoering te komen over zaken van tientallen jaren geleden, maakt zichzelf belachelijk.
Zijn we voor of tegen het rechtvaardigheidsprincipe? Vinden we dat iemand die (bewezen!) een misdrijf heeft begaan straf verdient, ongeacht hoe lang geleden dat is gebeurd? Of voelen we meer voor: zand erover, we moeten door, de verdachte is al zo oud etc.?

“Deze man is inderdaad de moordenaar van uw dochter. Helaas is de zaak onlangs verjaard. Jammer hè.” Verjaring: onmiddellijk afschaffen die handel. Next case!

 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.



Foto: Tonko
 

1 opmerking:

  1. Mee eens,
    Als de grondslag is weggevallen waarom dan nog handhaven?
    Het recht is zo af en toe aan modernisering toe!
    Een misdrijf wordt niet minder erg naarmate de tijd verstrijkt.

    BeantwoordenVerwijderen