vrijdag 24 augustus 2012

22. COLUMN LIEGEN, CYNISME, PRIVÉ: Wegfladderend cynisme

ONDERWERP: PRIVÉ - LIEGEN - CYNISME


Ergeren aan de slechtheid van de mens

Ik heb een cynische kant. Maar niet op een vervelende manier vind ik zelf. Mijn cynisme zit vaak verweven in mijn humor. Hoe ik aan deze cynische kant kom, begrijp ik heel goed.
Ik ben een denker. Elke keer als ik de wereld om me heen observeer en analyseer en erover doordenk, ontkom ik niet aan steeds weer terugkerende cynische gedachten. Altijd is er wel iets waar ik verdrietig of boos van word. Dan ga ik me ergens aan ergeren. Meestal “gewoon” aan de slechtheid van de mens.
Zo vraag ik me bijvoorbeeld wel eens af hoeveel van de tien mensen echt eerlijk en integer zijn. Als ik drie zeg, vermoed ik dat ik eerder te hoog dan te laag zit.
Natuurlijk draait het hierbij om de vraag welke definitie ik aan de woorden “eerlijk” en “integer” geef. Stel deze vraag aan honderd mensen en je krijgt honderd verschillende antwoorden.
 

Cynisch of kern van waarheid

Ik beantwoord de vraag hier niet, want dat wordt een te lang en ingewikkeld verhaal.
Laat ik het anders zeggen: als je aan mij vraagt welke tien eigenschappen bezit je het liefst, dan staan eerlijkheid en integriteit in mijn antwoord in de top twee. Als je aan mij vraagt welke eigenschappen bezitten mensen met de meeste status, macht en rijkdom niet, dan kom ik tot dezelfde top twee.
Is dat cynisch of zit er een kern van waarheid in? Natuurlijk ben ik ook niet heilig. Als ik bijvoorbeeld zou zeggen dat ik nooit lieg, dan lieg ik prompt. Al denk ik eerlijk (!) gezegd wel dat ik op een test over eerlijkheid en integriteit veel hoger zal scoren dan het gemiddelde.
Maar goed, laten we eerlijk (!!) zijn: niemand op deze wereld is honderd procent eerlijk en integer. Moeder Theresa zal her en der ook wel eens een leugentje hebben verteld. Al was het alleen maar om eigen bestwil.

Foto: Tonko


Een goede les

Zo heb ik afgelopen jaar nog een leugentje verteld wat vervolgens - heel terecht - uitkwam. Mijn zoon meldde me op het allerlaatste moment dat hij de volgende dag een schoolschaaktoernooi bleek te hebben en dus niet samen met mij het ouder-kind tafeltennistoernooi op diezelfde dag kon spelen.
Omdat ik geërgerd was dat hij me dit zo laat vertelde en ik het gênant vond om ons zo laat om deze reden af te melden, mailde ik de trainer maar dat mijn zoon ziek was. Waarop hij me terugmailde dat dat jammer was, zeker omdat hij had gehoord dat mijn zoon sowieso niet kon omdat hij met een andere jongen van tafeltennis mee moest doen aan een schoolschaaktoernooi.
Ik heb de man meteen gebeld en hem eerlijk (toen wel!) verteld dat ik gelogen had omdat ik het allemaal zo gênant vond. Ik zei tegen mijn zoon dat dit een goede les was. In de eerste plaats voor mezelf. Omdat ik een hekel aan liegen heb en het desalniettemin toch een keertje deed en meteen zag wat er van kwam. En verder voor mijn kinderen. Die ik vaak genoeg vertel dat je met liegen niets bereikt en wat ik nu ook kon illustreren met een voorbeeld uit eigen “werk”. Al is de leugen nog zo snel…
 

Liar, Liar

Je hebt ook een film rond het thema liegen: “Liar, Liar” (1997). Zeker geen kwaliteitsfilm, maar wel eentje met een grappig gegeven: een zoontje wenst op zijn verjaardag dat zijn vader, een advocaat en geboren leugenaar (gespeeld door Jim Carrey), stopt met liegen. Wat gebeurt, laat zich raden: de wens komt uit en vervolgens kan zijn vader, hoe hard hij het ook probeert, niet meer liegen.
Moet je je voorstellen: een advocaat die niet kan liegen. Niet voor niets heb ik ooit wel eens over mezelf gezegd dat ik te eerlijk en integer ben om advocaat te kunnen zijn en daar neem ik niets van terug. Als een Bram Moszkowicz zoiets zou overkomen, kan hij binnen een week bij RTL Boulevard twee primeurtjes komen vertellen: a. dat zijn carrière over is en b. dat zijn vriendinnetje hem heeft verlaten. Tja, zie als man maar eens een vriendin te vinden als je én geen werk hebt én niet kunt liegen: veel succes! “Zeg eens eerlijk schat: vind je mijn kont te dik?” “Niet alleen je kont, liefje.”
 

Tranen in mijn ogen

Maar vlak voor het begin van de zomervakantie fladderde mijn cynische kant even het raam uit van de klas van mijn dochter. Mijn dochter van negen had de dag daarvoor een lelijk ongeluk gehad. Ze had haar pols opengehaald aan een puntig hek waarop ze was geklommen. Een typisch geval van een geluk bij een ongeluk want de plastisch chirurg die de flappen weer keurig aan elkaar naaide, constateerde dat er net geen vitale delen waren geraakt.
Ondanks de schrik en de pijn wilde mijn dochter toch de volgende ochtend even haar gezicht op school laten zien. Toen we de klas binnen kwamen, was de juf even weg. De kinderen zagen mijn dochter en deden iets wat ik nooit had verwacht: ze begonnen spontaan te klappen. Met tranen in mijn ogen liep ik weg. Misschien komt het toch wel goed met de mensheid dacht ik…

 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
Foto: Tonko
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten