zondag 23 september 2012

28. COLUMN FILOSOFIE, BEWIJS VOOR BESTAAN GOD, PRIVÉ: De kip-ei paradox

ONDERWERP: PRIVÉ - FILOSOFIE - BEWIJS VOOR BESTAAN GOD?

 

Filosofiegroep

Een paar jaar geleden heb ik een filosofiegroep opgericht. Vorige week hadden we weer een bijeenkomst. Op het strand van Zandvoort sprak ik met een van de vrouwelijke leden over de mannelijke promovendus in ons midden die de week daarop doctor in de Filosofie zou gaan worden. Om die titel definitief te pakken, moest alleen nog zijn proefschrift worden verdedigd. In zijn geval echt een makkie, want daarvoor hoefde hij slechts het bestaan van God te bewijzen. Het onderwerp dat, eenvoudig samengevat, centraal stond in zijn proefschrift.
Dit leidde op het strand tot een hevige discussie met genoemde vrouw. Zij was van mening dat er een dag zou kunnen komen waarop de mens door de toename van al zijn kennis en techniek daadwerkelijk in staat zou zijn om de oorzaak van ons bestaan te bewijzen. Ik was, en ben, het daar absoluut niet mee eens. 
 

Grootvaderparadox

Er zijn de afgelopen tijd uitvindingen gedaan die vroeger niemand ooit voor mogelijk had gehouden en waarom zou dit dan niet kunnen, lichtte ze haar mening toe. Ik vind die vergelijking niet opgaan. Net als dat elektriciteit en al haar mogelijkheden vroeger moeilijk voorstelbaar waren voor in de toekomst, zijn bijvoorbeeld tijdreizen en onsterfelijk worden dat voor nu ook. En toch acht ik beide in de toekomst niet uitgesloten.
Tijdreizen naar het verleden is waarschijnlijk een ander verhaal gezien de wetenschappelijke problemen die dat met zich meebrengt door de grootvaderparadox: je gaat terug in de tijd en doodt je grootvader voordat die je vader/moeder heeft kunnen verwekken, waardoor jij nooit geboren kan worden, laat staan dat je ooit in een tijdmachine zou kunnen klimmen.
Maar tijdreizen naar de toekomst? Ok, daarvoor zal men met hulp van de LHC’s ₁ van de toekomst eerst nog wel de nodige hobbels moeten nemen, maar wie weet!?
Onsterfelijk worden? “Gewoon” een kwestie van een manier vinden waardoor we afkomen van die vervelende (?) limiet aan de celdeling in ons lichaam: de Hayflick-limiet. Als we dan ook meteen voorkomen dat de onsterfelijke cellen kankerachtige cellen worden dan zijn we er. Voilà: onsterfelijkheid is geboren (om nooit meer te sterven)!
 

De eerste veroorzaker

Maar de oorzaak van ons bestaan, dat is toch wel even andere koek. Al is het alleen maar omdat je hierbij vroeg of laat ook met een paradox₂ wordt geconfronteerd. Er zal ongetwijfeld een officiëlere naam voor zijn, maar ik noem ‘m hier voor het gemak even de kip-ei paradox: de kip komt uit het ei (“oorzaak” van de kip) net als dat het ei uit de kip komt (“oorzaak” van het ei).
Zelf zeg ik hierover altijd het volgende: het kan nooit zo zijn dat als ik dood ga en ik kom boven en zie dat er inderdaad een hemel is en een God die me staat op te wachten, dat Hij me dan gaat uitleggen hoe alles is ontstaan en dat ik dan vervolgens zeg: “Aha bedankt, nu snap ik het allemaal!” Dat kan nooit.
Niet omdat ik nou zo dom ben. Maar gewoon omdat ons menselijk denkvermogen zijn beperkingen heeft. De mens denkt in oorzaak en gevolg. Alle gevolgen, alles wat is of wat gebeurt, heeft een oorzaak en/of is veroorzaakt. En als je alles logisch gaat door beredeneren en deduceren totdat je bij de laatste oorzaak komt (noem het voor het gemak: de eerste veroorzaker) dan nog ben je er niet, want dan rest nog één “simpele” vraag: hoe is die eerste veroorzaker dan weer veroorzaakt? In feite dezelfde vraag die ik als kind al aan mijn ouders stelde: “Maar wie heeft God dan gemaakt?”
Daar kom je niet uit. Dus moet je op dat punt stoppen. Dat doe je met behulp van een premisse: die eerste (onveroorzaakte!) veroorzaker₃ is er. Punt. Dat nemen we gewoon als waarheid aan. “No questions asked!” Prima. Ik begrijp dat je dat moet doen. Anders kom je er niet uit en blijf je eeuwig hangen in een vicieuze cirkel. Maar hoe logisch deze aanpak ook is, de vraagstelling “Hoe zijn wij ontstaan?” los je er niet mee op. 
 

Geen bewijs maar een argumentatie

Mijn mannelijke Filosofiegroep-collega ontkende dit overigens ook niet. In een interview dat Andries Knevel van de EO onlangs met hem afnam over zijn proefschrift, zei hij meteen terecht: “Het is geen bewijs. Het is een argumentatie.”
Laat ik echter vooropstellen dat ik het geweldig én noodzakelijk vind dat er mensen zoals hij zijn die dergelijke pogingen ondernemen om zo dicht mogelijk bij “de waarheid” te komen. Zonder deze mensen zouden er tenslotte geen ontwikkelingen in de wetenschap en filosofie zijn. Mij rest dan ook niets anders dan een diepe buiging maken voor deze zwaargewicht in onze filosofiegroep. Bovendien: als er iemand van ons het bewijs voor het bestaan van God zou kunnen vinden dan is hij het wel. 
 

Prachtige illusie

Inmiddels is de promovendus geen promovendus meer, maar een doctor. De verdediging van zijn proefschrift op de Vrije Universiteit in Amsterdam heeft hij met goed gevolg afgerond. Een prachtige ceremoniële gebeurtenis overigens die mij enerzijds deed denken aan de zeer grappige Laurel en Hardy-film “A Chump at Oxford” (1940) en anderzijds aan een begrafenis. Laat ik het zo zeggen: ik heb begrafenissen meegemaakt die levendiger waren.
Zoals verwacht, werd het bewijs dat God bestaat niet geleverd. De Nobelprijs kon in de kast blijven. Hoe voorspelbaar deze uitkomst ook was, bekroop mij toch een teleurstellend gevoel. Jammer dat deze prachtige illusie (opnieuw) een illusie zou blijven.
O, wat was ik graag een overtuigd christen geworden. Met de geruststellende gedachte dat ik straks na mijn dood tot in de eeuwigheid in de hemel zou verblijven met mijn geliefde(n). Die ik voor mijn dood dan nog wel even snel moet zien te vinden, maar dat terzijde. Jammer dat de haast die ik voel om behalve de “ware” liefde nog veel meer uit mijn leven te halen, onverminderd groot is gebleven. Ook dit proefschrift heeft niets kunnen veranderen aan de wankele status van de zekerheid dat mijn "leven" na mijn dood nog ergens doorgaat.
Eigenlijk geloof ik maar één ding. De Belgische mediapersoonlijkheid Wiet van Broeckhoven verwoordde het ooit prachtig als volgt: “Ik geloof dat er leven is na de dood. Maar ik geloof niet dat ik het nog zal meemaken.” 
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


 
₁ Large Hadron Collider: de grootste deeltjesversneller van dit moment, gelegen in de buurt van Genève in Zwitserland.
₂ Nog een leuke, misschien wat flauwe paradox over het bestaan van God: Als Hij bestaat, dan is Hij almachtig. Maar dan is Hij in staat een steen te maken die Hij zelf niet kan opheffen. In dat geval bestaat er een steen die Hij niet kan opheffen en dus is Hij niet almachtig. God bestaat daarom niet…
₃ Of je die eerste veroorzaker dan God moet noemen, is overigens een heel ander verhaal. En als je dat dan toch doet, moet je eigenlijk een definitie geven van wat je onder God verstaat. Iets wat mij geen gemakkelijke opgave lijkt.
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten