maandag 29 oktober 2012

39. COLUMN SPIRITUALITEIT, MEDITEREN, GELOVEN VS. WETEN, FILOSOFIE, RATIONALISME VS. EMPIRISME, CARTESIAANS GODSBEWIJS, PRIVÉ (I/II): Mijn wil om te geloven, verliest het van mijn wil om te weten

ONDERWERPEN: PRIVÉ - MEDITEREN - FILOSOFIE

 

Sierlijk huppen op stel matrassen

Van een vriend ontving ik een mail met fragmenten van een meditatie-cd. Ik ben nogal een denker en daar is op zich natuurlijk niets mis mee, ware het niet dat ik daarbij nog wel eens wil doorschieten richting malen en piekeren. Soms word ik echt gek van mezelf. Wist ik tien jaar geleden vrijwel niets van het begrip depressie, inmiddels heb ik momenten gekend waarin ik mensen beneed die in elk geval nog ergens een halfleeg glas zagen staan terwijl ik me alleen maar afvroeg “Welk glas?”
Rust in mijn hoofd is wat ik zoek. Omdat ik het nog iets te prematuur vind om me op te geven voor elektroshocktherapie en ik er ook niet veel voor voel om een lobotomie te ondergaan en vervolgens a la Jack Nicholson in “One Flew over the Cuckoo’s Nest” als een zombie te eindigen, zit ik aan mediteren te denken.
Een opvallende stap voor iemand die
bij het woord meditatie associaties heeft met zweverige mensen die minstens één keer in hun leven naar India moeten zijn geweest. Waar ik overigens ook ooit ben geweest, maar dan om hele andere redenen uiteraard.
Sommige spirituele mensen menen tijdens het mediteren ook letterlijk te kunnen zweven door in een soort trance een staat van levitatie te bereiken. Ik heb daar wel eens beelden van gezien, maar ik zou het eerder willen omschrijven als het in lotushouding sierlijk huppen op een stel matrassen. Als een vogel zo zou “zweven” zouden ze hem een spuitje geven. En terecht.
 

Type filosoof en wetenschapper

Nee, ik identificeer me liever met het type filosoof en wetenschapper. Het type dat vooral de waarheid wil achterhalen. Een waarheid die je echt niet zult vinden in spirituele of andere geloofsaangelegenheden. Een mens kan in zoveel dingen geloven: God, spiritualiteit, reïncarnatie, de Maya-voorspelling, voodoo, Atlantis, Big Foot, het monster van Loch Ness, UFO’s, Uri Geller, Derek Ogilvie, Lance Armstrong enzovoort .
Het is niet zo dat ik er bewust voor kies om niet te geloven. Eigenlijk zou ik dolgraag willen geloven. Al is het alleen maar vanwege de geruststelling, de troost, de steun etc. Maar ik kan het eenvoudigweg niet. Mijn wil om te geloven verliest het van mijn wil om te weten.
 

Tussen rationalisme en empirisme

Ik had een wetenschapper moeten worden. Mijn stelling of, anders gezegd, geloofsparadox hierover is de volgende: voordat ik iets geloof, wil ik bewijzen zien. Op het moment dat ik die echter krijg, kan ik niet meer geloven want dan weet ik (het) en weten staat lijnrecht tegenover geloven.
Als ik dan toch ergens in geloof dan is het in het vinden van een goed evenwicht tussen het gebruiken van je verstand en het vertrouwen op je (zintuiglijke) ervaringen. Met dit standpunt kom ik in de filosofie ergens uit tussen het rationalisme van Descartes, Spinoza en Leibniz en het empirisme van Locke, Berkeley en Hume. Beide in absolute vorm gaan mij te ver. Net als dat het poneren van een rationalistisch bewijs voor het bestaan van God mij te ver gaat. Zoals bijvoorbeeld het Cartesiaanse Godsbewijs van René Descartes (zie verder ook column 28.). Geloof kun je niet bewijzen. Punt.

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.




Foto: Tonko
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten