maandag 30 september 2013

97. COLUMN TABOES II: Je bent zo oud als je je voelt

Nieuwsgierig naar deze column? Kijk binnen een paar dagen op mijn weblog!

96. COLUMN EUTHANASIE (TABOES I), OUDERDOM, DE DOOD, PRIVÉ: Wachten op de dood

ONDERWERPEN: PRIVÉ - EUTHANASIE - OUDERDOM - DE DOOD

 

Hypochonderachtige trekjes

Mijn moeder belt mij regelmatig en de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat dat andersom  veel minder vaak gebeurt. Tegen de tijd dat ik denk van zal ik mama weer eens bellen, heeft ze mij ondertussen al lang gebeld en wordt mij wederom de kans ontnomen om mijn attente kant te laten zien (ja, het ligt allemaal aan mijn moeder).
Mijn zus doet het veel beter. Zij belt mijn moeder regelmatig en zelfs zo vaak dat toen ze haar onlangs ‘s avonds een uur niet te pakken kreeg, ze iets uitzonderlijks deed: ze belde mij. Mijn zus heeft nogal hypochonderachtige trekjes en ze gaat in dit soort situaties dan ook meteen uit van het allerergste. Toen onze vader op late leeftijd voor het eerst vergeetachtig werd, riep ze meteen dat dat dementie was. “Gelukkig” voor haar (minder voor mijn vader) kregen we vele jaren later officieel te horen dat hij Alzheimer had waardoor ze bevestigd zag dit soort dingen precies aan te voelen. Mijn moeder is met haar huidige vergeetachtigheid gewaarschuwd.
Dit keer viel het echter mee. Mijn moeder bleek niet alleen nog in leven te zijn maar ook nog een leven te hebben: ze was naar een concert geweest in plaats van thuis ergens eenzaam in een hoekje dood te zijn. Het plan van mijn zus om ’s avonds laat nog naar mijn moeder toe te rijden om alles te checken, kon voorlopig in de koelkast en de notaris hoefde ook nog niet te worden gebeld. 
 

Met succes euthanasie aangevraagd

Afgelopen week belde ik mijn moeder voor de verandering een paar keer. Dit was niet voor niets,  getuige ook het feit dat ik haar twee keer huilend aan de lijn kreeg. Het is nooit fijn als iemand die dichtbij je staat, huilt. Als mijn kinderen huilen, raakt het mij ook altijd. Een gevoel dat met de jaren overigens steeds heftiger wordt om de eenvoudige reden dat, normaal gesproken, kinderen minder huilen naarmate ze ouder worden en je er dus van uit mag gaan dat er serieus iets aan de hand is als ze dat wel weer een keer doen.
Aanleiding voor de tranen van mijn moeder was het nieuws dat een goede vriendin van haar met “succes” euthanasie had aangevraagd bij haar huisarts. De emoties waren begrijpelijk: van haar vriendinnen kent mijn moeder deze vrouw het langst. De vriendin heeft sinds een paar jaar de ziekte van Parkinson en vindt het nu blijkbaar welletjes geweest. Mijn moeder had met haar afgesproken dat ze elkaar vorige week voor het laatst zouden zien. Op het moment dat de euthanasie wordt uitgevoerd, zullen alleen haar dochter en zoon aanwezig zijn.
 

Alleen nog maar praten over begin-van-het-einde-onderwerpen

Ondanks dat ik niet in het hoofd van mijn moeders vriendin kan kijken, kan ik me wel iets bij haar beslissing voorstellen. Haar man is jaren geleden overleden, haar twee kinderen en kleinkinderen wonen in het buitenland en haar vriendenkring zal er op haar leeftijd (83) ook niet bepaald groter op zijn geworden de laatste tijd; integendeel. En dan krijg je tot overmaat van ramp ook nog zo’n vreselijke degeneratieve ziekte als Parkinson waardoor je lichaam steeds minder kan en je niets anders kunt doen dat het lijdzaam (veelal aan bed gekluisterd) te ondergaan en maar te wachten op de dood.
Ik zou het ook wel weten. Ik ben sowieso niet iemand die ernaar uitkijkt om zo oud te worden. De dag dat ik serieus euthanasie overweeg, is dezelfde dag waarop ik mezelf betrap alleen nog maar te praten over de typische begin-van-het-einde-onderwerpen: je eigen fysieke ongemakken en die van je bevriende leeftijdgenoten; al je bezoekjes aan ziekenhuizen, begrafenissen en crematies; het belang van het hebben van een goede band met je huisarts en “last but not least” eindeloze anekdotes uit een inmiddels ver verleden.
 

Taboesfeer

Niet dat ik overigens een voorstander ben om iedereen die het op late leeftijd even niet meer ziet zitten maar een spuitje te geven. Ook voor mij geldt dat dat wel aan alle kanten goed dicht beargumenteerd moet zijn. Verder zou ik eerlijk gezegd zelf nooit de “trekker” over willen halen, zoals bij die zoon die zijn moeder van 99 jaar een papje gaf van fijngestampte pillen waaraan ze overleed. De moeder wilde absoluut geen honderd worden, maar haar huisarts gaf geen toestemming voor euthanasie waarna de zoon het zelf maar besloot te doen en dit ook filmde als bewijs dat hij integer had gehandeld en de moeder het allemaal echt zelf wilde.  
Maar het blijft wel vreemd dat we in een wereld leven waarin we onze kat die helemaal op is uit liefde uit zijn lijden verlossen, maar dat dat met een dierbaar persoon niet zomaar kan en daar nog steeds een taboesfeer omheen hangt.
 

Maak er alsjeblieft een eind aan

Mijn vaders leven werd een paar jaar geleden in het ziekenhuis beëindigd door hem geen eten en drinken meer toe te dienen waarna hij met behulp van onder andere morfine rustig insliep. Hij was Alzheimerpatiënt en had net daarvoor een beroerte gehad waar hij niet meer van zou herstellen.
Of het hier nu officieel ging om (indirecte/passieve) euthanasie of niet weet ik tot de dag van vandaag eerlijk gezegd niet precies. Ik denk het niet, want we hebben geen verklaring moeten ondertekenen voor zover ik weet.  Maar eigenlijk is dat allemaal totaal irrelevant. Mijn vader was namelijk de eerste die had geroepen “Maak er alsjeblieft een eind aan!” en dus hoefden we geen seconde na te denken over wat we moesten doen in deze situatie.
Voor mijn vader kon ik alleen maar blij en opgelucht zijn dat hij was gestorven voordat hij ons niet meer herkende en hij fulltime naar een verzorgingshuis had gemoeten. Hopelijk hebben de zoon en dochter van mijn moeders vriendin straks een vergelijkbaar acceptatiegevoel omdat zij het zelf zo wilde.
Misschien dat op een dag het voorgevoel van mijn ongeruste zus na de zoveelste keer wel een keer uitkomt en we onze moeder dood in bed aantreffen. Dat zou mooi zijn. Rustig in je slaap sterven aan ouderdom is in deze tijd volgens mij weinigen gegeven en dood gaan we tenslotte allemaal. Al gelden voor mij natuurlijk nog steeds de woorden die niet meer gelden voor de man (Harry Mulisch) die ze ooit uitsprak: “Het feit dat ik doodga, moet eerst nog bewezen worden.”
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie

 

Foto: Tonko



95. COLUMN COMPLOTTHEORIEËN, FILOSOFIE EN WETENSCHAP VS. SPIRITUALITEIT, GELOVEN IN WAANIDEEËN, WAT IS INTELIGENTIE PRECIES?, BOBBY FISCHER, KENMERKEN COMPLOTTHEORIEGELOVIGEN, STERKE BEHOEFTE AAN CONTROLE OVER HET LEVEN, PRIVÉ: Over hoe dom een slim mens kan zijn

ONDERWERPEN: FILOSOFIE VS. SPIRITUALITEIT - COMPLOTTHEORIEËN

 

Verschillen tussen filosofie en spiritualiteit

Elke zaterdag tijdens het hockeyseizoen moedig ik mijn kinderen aan. Zoek de groep ouders langs de kant en je zult mij altijd een tiental meters verderop zien staan. Je kunt me een einzelgänger of loner noemen, maar zo ben ik altijd geweest. Niet dat ik iets tegen de ouders heb, maar ik ben gewoon niet goed in small talk-gesprekken. Ik voel me er ongemakkelijk bij en dan zonder ik me liever af.
Maar heel soms kijk ik niet goed uit, kom ik blijkbaar te dichtbij en geraak ik opeens in gesprek met andere ouders. Laatst overkwam me dat weer. Ik raakte in gesprek met een vader waarmee ik vorig jaar ook al eens had gepraat over filosofie. De precieze aanleiding weet ik niet meer, maar ongetwijfeld kwam toen ter sprake dat ik een eigen filosofiegroep heb en dat wekte zijn interesse.
Wat me toen al opviel, werd nu sterker benadrukt: hij is in de eerste plaats spiritueel ingesteld. Nu kun je al eindeloos met mij discussiëren over de overeenkomsten en verschillen tussen filosofie en spiritualiteit, maar ik zie toch vooral de verschillen.
Daar waar filosofie op zich weliswaar geen wetenschap mag worden genoemd, kun je wel stellen dat de wetenschap in de filosofie een voorname rol speelt. Zonder wetenschap geen filosofie. Bij spiritualiteit ligt dat anders. Tussen spiritualiteit en wetenschap zie ik weinig verband. Gevoel is waar het bij spiritualiteit vooral om draait. Afgezien van recente wetenschappelijke onderzoeken die aantonen dat meditatie daadwerkelijk positieve effecten heeft, zijn en blijven de meeste spirituele uitgangspunten gespeend van wetenschappelijke onderbouwing. Het is en blijft een gevoelskwestie en gevoel valt (net als geloof) nu eenmaal moeilijk, zo niet onmogelijk, wetenschappelijk te toetsen (zie over dit onderwerp mijn column 196!).
 

Geloven in waanideeën

De man begon enthousiast te vertellen dat hij de afgelopen tijd allerlei opzienbarende spirituele ervaringen had meegemaakt en ik merkte dat hoe fijn ik dat ook voor hem vond, ik zijn verhaal en zijn enthousiasme niet kon volgen laat staan delen. Maar proberen deed ik het wel, omdat ik als liefhebber voor alles wat maar mysterieus en geheimzinnig aan het leven is, altijd open zal blijven staan voor verhalen en meningen van spirituele mensen. Toch sloeg het gesprek op een gegeven moment dood toen de man aan me vroeg of ik óók in complottheorieën geloofde.
Deze vraag vond ik op zich al vreemd, aangezien ik me niet kan voorstellen dat iemand van zichzelf beweert in complottheorieën te geloven. Dat is voor mij net zoiets als dat je van jezelf zegt dat je in fantasiewezens als kabouters gelooft.
Mijn overtuiging dat de term complottheorie al iets absurds in zich heeft, werd even later bevestigd toen ik het woord in de Van Dale opzocht: “(waan)idee dat achter iets een complot schuil gaat”. Ik mag dan een afwijkend persoon zijn, maar ik prijs mezelf gelukkig dat ik niet in waanideeën geloof.
 

Bekendste complottheorieën

Van de bekendste complottheorieën (UFO in Roswell, moord op Kennedy, maanlanding 1969 etc.) bleek deze man ervan overtuigd te zijn dat de aanslagen van 9/11 door de Verenigde Staten zelf waren geënsceneerd.
Mijn vraag of hij op internet ook de tegenargumenten van deze complottheorie had bekeken, moest hij ontkennend beantwoorden. Waarop ik hem adviseerde dat eerst maar eens te doen. Met mijn mededeling dat het mij speet maar dat ik verder niets kon met zijn geloof in complottheorieën, bloedde het gesprek langzaam dood.
De man bleek dit echter niet prettig te vinden, want een week later kreeg ik van hem vier getypte A4-tjes in mijn handen gedrukt waarin hij uiteenzette dat hij het jammer vond dat ik alles wetenschappelijk benaderde en dat mijn denkwereld zou worden verruimd als ik meer open zou staan voor andere inzichten. 
 

Wat is intelligentie precies?

Het meest fascinerend vind ik de vraag die dit incident bij mij opriep: wat is intelligentie precies? Wanneer beschouw je iemand als slim? Als hij een hoog IQ heeft of is dat te simplistisch?
Neem de Amerikaanse schaker Bobby Fischer. Fischer was een genie met een IQ dat waarschijnlijk niet onderdeed voor dat van Albert Einstein. Toch was Fischer het prototype van iemand wiens genialiteit grensde aan waanzin. Vooral in de herfst van zijn leven bleek Fischer behalve een briljant schaker ook een paranoïde, antisemitische, Amerika-hatende gek te zijn die overal om zich heen complotten zag (pikant detail: behalve dat Fischer uit Amerika kwam, was hij ook joods).
Fascinerend hieraan is dat ik vermoed dat als je Fischer tijdens een van zijn tirades tegen al die samenzweerders zou hebben onderbroken voor het maken van een IQ-test de beste man waarschijnlijk zonder probleem boven de 160 zou hebben gescoord. Oftewel, zijn logisch verstand stelde hem wel in staat om moeilijke IQ-vragen correct te beantwoorden, maar zijn ratio bleek verder niet toereikend om te beredeneren dat een joods complot om de wereldmaatschappij te veroveren zachtjes gezegd niet waarschijnlijk was en in elk geval op geen enkel feit gebaseerd.
Over hoe dom een slim mens kan zijn. Vraag je mij naar mijn persoonlijke definitie van slimheid dan zit daar ook het vermogen in besloten om onderscheid te kunnen maken tussen, gechargeerd gezegd, werkelijkheid (objectieve feiten) en fantasie (subjectieve vermoedens, geloof, gevoel etc.).
 

Bovengemiddeld stug

Nou zal ik de man van het hockeyveld niet vergelijken met een Bobby Fischer - die duidelijk zowel geniaal als psychisch ziek was - maar ook bij hem vraag ik mij af hoe het komt dat een hoogopgeleid persoon (hij had economie gestudeerd) de voorkeur geeft aan het geloven van vage complottheorieën boven het gebruiken van zijn gezonde verstand waarmee hij deze theorieën al snel naar het land der fabelen zou kunnen verwijzen.
Ondanks dat meer onderzoek naar dit fenomeen vereist is, lees ik in de conclusies van onderzoeken tot nu toe dat mensen die in complottheorieën geloven onder andere: vaak lager opgeleid zijn; een chronisch gebrek aan vertrouwen in anderen hebben; meestal geloven in meer dan één complottheorie; een groot wantrouwen richting de overheid hebben; meer interesse hebben in spiritualiteit (!); bovengemiddeld stug zijn; door tegenargumenten alleen maar worden bevestigd in hun geloof, aangezien tegenargumenten vaak logisch zijn terwijl hun geloof dat niet is. 
 

Sterke behoefte aan controle over je leven

Een belangrijke functie die de complottheorieën voor hun volgers lijkt te hebben, is dat ze geruststellend werken. Mensen die het gevoel hebben geen controle te hebben over hun leven, krijgen door complottheorieën het idee dat alles wat gebeurt een reden heeft. Hierdoor ervaren ze weer wat meer grip en controle op de werkelijkheid en dat maakt hun leven stabieler.
In feite kun je overigens stellen dat genoemde functie - de sterke behoefte aan controle over je leven - behalve voor complottheoriegelovigen ook voor alle “gewone” gelovigen en spirituele mensen geldt. De meeste mensen willen niet horen dat alle schadelijke gebeurtenissen om hen heen door toeval bepaald worden. In het belang van het geloof in een enigszins eerlijke, rechtvaardige en dus voorspelbare en controleerbare wereld horen sommigen dan nog liever dat een bepaalde groep samenzweerders hiervoor verantwoordelijk is.
De man had gelijk dat ik graag alles wetenschappelijk benader. Zo ook hier. Als ik iets geloof dan is het wel dat de mens wil geloven en dat de verschillen in de mate waarin mensen geloven zullen voortkomen uit onderlinge verschillen in ons brein. Ik ben er dan ook van overtuigd dat op een dag de wetenschap zover zal zijn dat zij definitief kan vaststellen dat ik een meer wetenschappelijk brein heb en de andere vader een meer gelovig/spiritueel brein.
Ik denk dat ik zaterdag op het hockeyveld maar weer eens wat meer afstand ga nemen van de overige ouders.
 
 

Tonko

 

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
 
Foto: Tonko