donderdag 31 oktober 2013

102. COLUMN VECHTSCHEIDING, ADVOCATEN (DEEL 2/2, VERVOLG OP COLUMN 101), VECHTSCHEIDINGEN, ZEMBLA (VARA), KWALIJKE ROL ADVOCATEN, ACTUALITEIT: "Niet omdat advocaten slechte mensen zijn, maar omdat ze niet weten wat ze aan het doen zijn"

ZEMBLA (VARA) - VECHTSCHEIDINGEN - ROL ADVOCATEN


Kwalijke rol van advocaten bij vechtscheidingen

Een ander voorbeeld van hoe goed het advocaten uitkomt om zich achter regels te verschuilen, zag ik laatst in een aflevering van het VARA-programma Zembla over vechtscheidingen. De centrale boodschap was duidelijk: bij vechtscheidingen zijn de ouders alleen maar bezig met zichzelf en met wraak en boosheid richting de ander waardoor ze het belang van de kinderen volledig uit het oog verliezen.
Interessant aan de uitzending vond ik vooral om te zien wat voor kwalijke rol niet alleen de ouders maar ook de betrokken advocaten bij dergelijke vechtscheidingszaken (kunnen) spelen. De negatieve associaties die ik al met advocaten heb, werden hierbij helaas opnieuw bevestigd.
 

Het zinloze modder gooien

Bij vechtscheidingen draait het veelal om gefrustreerde ouders die jarenlang de ene na de andere nutteloze rechtszaak tegen elkaar aanspannen om maar hun gelijk te halen. Over en weer worden er in de rechtszaal via de advocaten de wildste beschuldigingen geuit zonder dat er iemand ook maar een haar beter van wordt. Integendeel; vraag dat maar aan de kinderen.
In het programma werd de vraag opgeworpen of er door de betrokken advocaten niet iets aan dat zinloze modder gooien kon worden gedaan. De geïnterviewde deken van de Amsterdamse orde van advocaten gaf aan dat een advocaat in feite eindeloos beschuldigingen mag inbrengen mits het maar voor zijn cliënt “van nut” (?) is. En nee, die beschuldigingen hoeven niet waar te zijn, want een advocaat is geen rechter en houdt zich dus niet met waarheidsvinding bezig. Bovendien kan, “al klinkt dat raar”, zelfs iets dat door een cliënt verzonnen is hem helpen in zijn rechtszaak (!).
 

Zo is het leven

In de uitzending vertelde een vader dat hij de advocaat van zijn ex-vrouw wilde aanklagen voor “proces-stalking” omdat hij gek werd van de steeds voortdurende stroom van nutteloze rechtszaken die zij tegen hem aanspande.
Volgens de deken was deze aanklacht zinloos omdat de relatie tussen een advocaat en zijn cliënt heilig is waarbij strategiebepaling iets is waar de wederpartij volledig buiten dient te blijven. Op de vraag wat iemand dan tegen dit soort praktijken kan doen, antwoordde de deken: “Zo is het leven. Daar is niets aan te doen. Het ligt niet aan de advocaat. Over het algemeen gesproken.” (?!)
 

Een bijdrage leveren aan de verharding van de strijd

Een klinische psychologe die met ouders en kinderen werkt aan het vinden van oplossingen binnen vechtscheidingen, concludeerde dat als een scheidingszaak eenmaal overgaat in een vechtscheiding veel advocaten niet in de gaten hebben waar ze mee bezig zijn. Waardoor ze in feite een bijdrage leveren aan een verharding van de strijd.
Volgens haar was dat overigens niet omdat advocaten slechte mensen zijn, maar "omdat ze niet weten wat ze aan het doen zijn" (wat me aan Jezus doet denken). Ik ben harder in mijn oordeel, al zal je mij nooit horen zeggen dat alle advocaten slechte mensen zijn. Maar ik denk wel degelijk dat die er tussen zitten en dat dit soort advocaten drommels goed beseffen waar ze mee bezig zijn.
 

Een kwestie van niet willen zien

De te verwachten eindconclusie van de uitzending was voor mij dat kinderen kapot gemaakt worden door vechtscheidingen. Waarbij de ouders nog het - overigens zeer slappe - excuus hebben dat ze in al hun negatieve emoties kennelijk niet beseffen wat ze aanrichten (terwijl zij natuurlijk wel dé sleutel zijn tot de oplossing), maar waarbij elke overige weldenkende derde partij wel degelijk goed kan zien wat een schade dit alles tot stand brengt en daarom dus beter meteen zou moeten worden gestopt.
Zeggen dat de betrokken advocaten dit niet zien, vind ik persoonlijk nogal denigrerend en beledigend voor een groep hoogopgeleide mensen waarvan je toch mag verwachten dat ze een goed ontwikkeld gezond verstand hebben.
Ik vrees dat het vaak meer een kwestie is van niet willen zien, waarbij het echt geen gewaagde uitspraak is om te veronderstellen dat de factor geld ook een rol van betekenis zal spelen. Hoe meer rechtszaken, hoe meer geld in het laatje van de betrokken advocaten komt tenslotte.
 

Een steeds harder wordende strijd is nooit in het belang van de kinderen

Bovendien behoudt een advocaat altijd de geruststellende gedachte dat hij zich ten alle tijden kan verschuilen achter de o zo fijne regels van zijn beroep: een advocaat moet altijd handelen in het belang van zijn cliënt.
We vergeten hierbij maar even voor het gemak dat als je even doordenkt je ook kunt bedenken dat een steeds harder wordende strijd tussen de ouders nooit in het belang van de kinderen is en dus automatisch ook niet in het belang van de cliënt van de advocaat.
Ook bij vechtscheidingszaken draait het dus wederom niet om rechtvaardigheid, maar om het winnen, om de ego’s van de “betrokken” ouders en ook die van de advocaten.
Ik durf hier gerust te stellen dat als vechtscheidingen uitlopen op persoonlijke drama’s ook de betrokken advocaten zich wel eens achter de oren mogen krabben over hun rol en verantwoordelijkheid in dit geheel. Waarbij ik wel wil benadrukken dat (bei)de ouders natuurlijk altijd in de eerste plaats hoofdverantwoordelijk zijn en blijven.
 

Iets structureels mis met de rechtspraak

Mijn conclusie uit mijn eerdere columns dat er iets structureels mis is met de rechtspraak blijft in stand: in mijn ogen zou iedereen in de juridische wereld rechtvaardigheid als ultiem einddoel moeten hebben.
Natuurlijk hebben rechters, openbare aanklagers en advocaten ieder hun eigen invalshoek (waarbij de advocaten uiteraard moeten opkomen voor de belangen van hun cliënten) en dat is ook noodzakelijk. Maar mijn voorstel zou zijn om te komen tot een constructie waarbij zij gezamenlijk moeten streven naar hetzelfde einddoel: het tot stand brengen van rechtvaardige uitspraken waar de maatschappij het meest bij gebaat is.
 
Mijn God, wat ben ik blij dat mijn ex en ik onze scheiding destijds zonder advocaat geregeld hebben…
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


101. COLUMN ADVOCATEN (DEEL 1/2, VOOR DEEL 2 ZIE COLUMN 102 ), REACTIE LEZER, IEDEREEN HEEFT RECHT OP EEN GOEDE VERDEDIGING, NAZI-RECHTER ROLAND FREISLER, DE VERDEDIGING VAN ROBERT M., DOODERGEREN AAN HET CONTINU VERSCHUILEN ACHTER REGELS, TAALGEBRUIK JURISTEN KOST ECONOMIE HEEL VEEL GELD, ACTUALITEIT: Rechtvaardigheid moet de weg wijzen!

DE VERDEDIGING VAN ROBERT M. - TAALGEBRUIK JURISTEN

 

Reactie lezer

Onderstaande reactie ontving ik een paar weken geleden van een lezer na mijn column over de verdediging van Robert M. 
 
“Dag Tonko,
 
Meestal vind ik je columns goed doordacht en dito geschreven. Ik geloof echter dat je hier een steekje laat vallen. De reputatie van de Ankers is die van een gewetensvol kantoor en in mijn beleving kwam dat ook naar voren in de film. Maar dat is beeldvorming zul je zeggen.

Wat je onderwaardeert zijn twee belangrijke systeemelementen in de rechtsstaat:

1. Tegenover alle machts-, recherche-, en aanklaagmiddelen van de gemeenschap, heeft de verdachte recht op hulp en bijstand, de advocaat. Wat die doet is de verdediging voeren zoals de verdachte zijn belang ziet. Hij is letterlijk zijn woordvoerder, met gebruikmaking van juridische kennis. Moordenaars, verkrachters, oplichters - onverschillig de persoon of de aard van de zaak. Er zijn genoeg fouten van OM en rechtbanken in grote zaken naar voren gekomen, om het grote en principiële belang van die bijstand te waarderen.
 
2. Als advocaten om gewetensredenen zouden weigeren vormfouten in hun verdediging mee te nemen, zetten we de deur wagenwijd open voor verder machtsmisbruik door de instanties en overheden. Ja, de overheid mag namens ons allen iemand vervolgen, arresteren, onderzoeken. Maar als dat niet volgens veilige regels gaat, zijn we allemaal bedreigd. En de overheid eigent zich toch al steeds meer informatie- en opsporingsruimte toe.
 
Verdediging van de rechtsstaat is eigenlijk nog belangrijker dan een individuele straf. Mijns inziens was dat het standpunt van de Ankers. Terecht. In ons aller belang.”
 
Bedankt lezer voor je reactie en ik wil op mijn beurt hier graag op ingaan.
 

Nazi-rechter Roland Freisler: Sie sind ja ein schäbiger Lump!

Om misverstanden te voorkomen, benadruk ik hier - naar ik hoop onnodig - dat ik, net als ieder weldenkend mens, van mening ben dat iedereen recht heeft op een goede verdediging ongeacht de zwaarte van zijn begane misdaad. Ik vind het zelfs één van de belangrijkste pijlers van een beschaving die haar onderscheidt van bijvoorbeeld een dictatuur.
Waarbij ik even moet denken aan de actiebeelden van de beruchte Duitse nazi-rechter Roland Freisler die gedurende de Tweede Wereldoorlog voor het gemak de rol van rechter en openbaar aanklager combineerde op een manier die je het gevoel gaf alsof je naar een driftkikker uit een Laurel en Hardy-filmpje zat te kijken.
Helaas voor de verdachten was het de bittere waarheid. Verdacht waren ze overigens al lang niet meer op het moment dat ze Freisler’s rechtszaal betraden. Freisler vernederde ze, schold ze de huid vol (“Sie sind ja ein schäbiger Lump!” = armzalige schoft) en maakte hen duidelijk dat hij tegen zulke “verträter” geen wetboek nodig had, want Hij was de Wet. Het mag niet verbazen dat de tierende Hitler-imitator Freisler tijdens zijn showprocessen 90% van de verdachten ter dood veroordeelde (ongeveer 2600 personen) of levenslang gaf. 
 

Medelijden met een pedofiel

Waarschijnlijk zullen er een hoop PVV-stemmers zijn die Robert M. een Freisler-achtige rechter hadden gegund. Ik niet.
Ook Robert M. is een mens en verdient als ieder ander een goede verdediging. Daar komt nog bij dat ik ook nog iets van medelijden kan voelen voor een pedofiel die worstelt met zijn pedofiele gevoelens, maar die niet de kracht en het gezonde verstand heeft om daar in de praktijk richting onschuldige kinderen niets mee te doen.
In mijn ogen heeft deze man dubbele pech: én hij wijkt op een pijnlijk punt genetisch af van een gemiddeld persoon én zijn kwade genen (om het maar zo te zeggen) zijn tijdens zijn opvoeding niet “uit” gebleven maar juist op de een of andere manier getriggerd en “aan” gezet met alle kwalijke gevolgen van dien. 
 

Een goed functionerend "Checks and balances"-systeem

Natuurlijk moet er binnen de rechtspraak van een beschaafd land een goed functionerend “checks and balances”-systeem werkzaam zijn waarin men elkaar controleert op fouten en waarmee machtsmisbruik wordt voorkomen. Als dat er niet is, wordt de deur inderdaad wijd open gezet voor misbruik en is het eind zoek.
Maar desalniettemin ben en blijf ik van mening dat alles binnen de rechtspraak altijd ondergeschikt dient te zijn aan wat in mijn ogen het allerbelangrijkste is: rechtvaardigheid. Het verdedigen van de rechtsstaat beschouw ik zelf dan ook vooral als het verdedigen van de rechtvaardigheid waar zij voor staat. Een rechtvaardigheid die volgens mij iedereen (op sommige verdachten na dan) graag wil terugzien in de individuele straffen die uiteindelijk worden uitgedeeld. 
 

Doodergeren aan continu verschuilen achter regels

Ik vind het jammer dat Matthijs van Nieuwkerk die avond de advocaten niet de volgende vraag voorlegde: “Wat is kijkend naar de verdachte het belangrijkst in de rechtspraak: dat hij koste wat het kost een zo laag mogelijke straf krijgt (inclusief vrijspraak) of dat hij een straf krijgt die rechtvaardig is en past bij zijn begane misdaad?” Waarbij Van Nieuwkerk dan wel even had moeten benadrukken dat er maar één keuze mogelijk was en een gelikt advocatenantwoord (waarmee geen antwoord wordt gegeven op de vraag) niet was toegestaan.
Hoe goed de reputatie van het advocatenkantoor van de Ankers ook mag zijn en hoe gewetensvol ze voor hun gevoel ook mogen handelen, ergerde ik me in de documentaire vooral dood aan die advocatenmentaliteit van je continu maar verschuilen achter de regels. Ik heb het niet zo op volgzame mensen die overal maar klakkeloos de regeltjes volgen en zich er steeds – en zeker als het ze uitkomt - achter verschuilen zonder dat ze een keer kritisch (willen) kijken of die regels eigenlijk (nog) wel deugen of dat ze misschien juist afleiden van de kern waar het om draait. En zeker in dat hele conservatieve wereldje van de juristen vrees ik dat het stikt van dit soort mensen.
 

Ingewikkelde taal kost de economie heel veel geld

Zo heb ik bijvoorbeeld ook nooit een jurist op zien staan om voor te stellen om dat vreselijke hoogdravende en ouderwetse taalgebruik nou eindelijk eens voorgoed uit de juridische wereld te verbannen en te vervangen door een normale, klantvriendelijke en efficiënte variant.
Elke keer als ik weer eens een juridisch document onder ogen krijg, ga ik over mijn nek van al die deftige interessantdoenerij. Ik ben hoogopgeleid en begrijp (uiteindelijk) wel wat er staat, maar ik ben ook slim genoeg om te begrijpen dat je twee vliegen in één klap kunt slaan door gewoon goed leesbaar taalgebruik te gebruiken: én je bent veel minder woorden/papier/mails/tijd/geld kwijt én het is voor iedereen veel makkelijker en sneller te begrijpen.
Pikant detail is dat ik in het Tijdschrift over taal en taalbeleid las dat de kredietcrisis in de Verenigde Staten, waar alle ellende van de economische crisis in feite is begonnen, er met begrijpelijke taal nooit zou zijn geweest. In dat geval hadden de Amerikaanse hypotheeknemers en riskmanagers namelijk beter begrepen welke risico’s ze dreigden te lopen. Conclusie: ingewikkelde taal kost de economie gewoon ontzettend veel geld. Iets om over na te denken…
 

Ben je daarvoor advocaat geworden?

Dat nog geen jurist zich hiervoor heeft gemeld, verbaast mij dan ook niet. Zo’n verandering is niet bepaald in zijn belang. Ik schat dat als het huidige juridische taalgebruik plaats moet maken voor een klantvriendelijke variant de tijd die juristen aan zaken besteden minimaal wordt gehalveerd. En we weten allemaal hoe goed de uitspraak “Tijd is geld” nou juist voor (klanten van) juristen van toepassing is…
Terugkomend op de zaak van Robert M.: denk toch na, neem een keer afstand en bekijk het geheel eens vanuit een andere positie, liefst zo ver mogelijk van de bekende doos/box.
Wil je oprecht meewerken aan het vrij krijgen van een schuldige misdadiger alleen maar omdat het bewijs niet helemaal volgens de regels is verkregen? En als je antwoord hierop is dat je als advocaat niet anders kan, vraag je je dan niet bij jezelf af waar je in godsnaam mee bezig bent? Ik zou het naar mezelf in elk geval niet kunnen verantwoorden als ik op deze wijze een schuldige pedofiel vrij zou krijgen met als risico dat hij zich straks opnieuw aan baby’s en peuters gaat vergrijpen. Ben je daarvoor advocaat geworden? Om als puntje bij paaltje komt en de rechtvaardigheid op de stoep staat, de deur voor zijn voeten dicht te slaan en je je veilig terug te trekken en te verschuilen achter de regeltjes van de advocaat?
 
Een vormfout moet niet de richting bepalen waarheen een rechtszaak gaat, rechtvaardigheid moet de weg wijzen. Punt.
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.
 

Roland Freisler (foto: internet
 

100. HONDERDSTE COLUMN: TOP TIEN FAVORIETE COLUMNS EN OPROEP AAN LEZERS OM TE REAGEREN!

100e COLUMN - TOP TIEN COLUMNS - OPROEP TOT REACTIES

 
Honderdste column, complimenten en
Mijn honderdste column wil ik niet onopgemerkt voorbij laten gaan. 
Ten eerste grijp ik deze gelegenheid aan om te vertellen wat ik zelf mijn favoriete tien columns tot nu toe vind.
Ten tweede zou ik het erg op prijs stellen als ik van jullie wat reacties krijg over mijn columns.
Natuurlijk zijn complimenten zeer welkom, maar hetzelfde geldt voor op- of aanmerkingen. Niet dat ik als eigenwijze columnist (column 4) me hier ook maar iets van zal aantrekken uiteraard (:-), maar het cliché dat je van kritiek veel kunt leren zou geen cliché zijn als er niet een kern van waarheid in zat. Dus schroom niet en reageer!

Zelfkritiek

Om qua kritiek alvast flauw wat gras onder jullie voeten weg te maaien, brengt mijn zelfkritiek me tot twee goede voornemens: meer kortere columns en meer humor.
Ik weet dat veel van mijn columns nogal lang zijn en dat heeft twee redenen. De eerste is, gek genoeg, tijdgebrek/te laat begonnen etc.: “Deze brief is nogal lang uitgevallen omdat ik geen tijd had om hem korter te maken.” (Franse filosoof Blaise Pascal 1623-1662). Alle columns die ik plaats, heb ik al ingekort. Maar als ik meer tijd zou hebben en nemen, kan er nog wel meer van af. De tweede reden is een hele andere. Soms ontkom ik voor mijn gevoel gewoon niet aan een lange(re) column, omdat ik vind dat ik geen gemiddelde columns schrijf. Hoofddoel van mijn columns is om jullie aan het denken te zetten, maar daarbij hoop ik ook dat jullie er en passant nog wat van opsteken. Ik leer er zelf ook van, omdat ik niet zomaar links en rechts wat ongenuanceerde uitgesproken meningen wens te spuien. Wat ik zeg en beweer moet goed onderbouwd zijn vind ik, waardoor het onontkoombaar is dat ik regelmatig zaken ga uitzoeken en deze ook in mijn column vermeld. Nadeel is dat ik hierdoor soms moeite heb om bepaalde passages weg te laten of in te korten, omdat ik vind dat dat ten koste gaat van de essentie van mijn verhaal.
Interessant detail is dat ik kan zien dat mijn kortere columns over het algemeen het minst gelezen worden. Wat er hopelijk op wijst dat mijn lange(re) columns toch meer aanspreken. Mijn kortste column is bijvoorbeeld vrij weinig gelezen, terwijl ik ‘m persoonlijk wel kon waarderen omdat het je toch aan het denken zet: “Een Kerstoverpeinzing” (58).
Juist omdat ik met mijn columns de intentie heb om meer te brengen dan alleen maar een leuk kort stukje waar je om moet glimlachen, kom ik op mijn tweede zelfkritiekpunt: te weinig humor. Mijn humor beschouw ik als een sterk punt (zie ook column 19), maar ik merk dat als ik serieuze onderwerpen wil “behandelen” het niet altijd makkelijk is om deze erin te verwerken omdat het dan misplaatst is. Toch neem ik me voor om tussendoor wat meer ruimte te gaan maken voor kortere columns waarin ik meer mijn humor kwijt kan dan tot nu toe is gebeurd.
Een ander voornemen van me is om weer wat meer columns te gaan schrijven over mijn privéleven. Ondanks dat ik besef dat die veel minder gelezen worden dan mijn columns over actuele onderwerpen. De top drie van mijn best gelezen columns betreffen niet voor niets actuele onderwerpen: Ruben en Julian (86), Gerard Spong (87) en IDFA Rawer (49). Verder scoren bijvoorbeeld goed mijn columns over Selectief Mutisme (16), Divorce (82), HSP (18), Onschendbaarheid (6), Wapenbeleid VS (21) en Zwarte Piet (99).
Mijn voornemen om meer over mijn privéleven te gaan schrijven is logisch als je bedenkt dat dat mijn belangrijkste uitgangspunt was om dit weblog te beginnen. De bekende menselijke behoefte om iets voor te stellen, iets na te laten en herinnerd te worden, zit kennelijk ook in mij. Leuk straks voor mijn kinderen was mijn eerste gedachte toen ik het plan opvatte om columns te gaan schrijven. Dan kunnen ze later, als ik er bijvoorbeeld niet meer ben, nog eens lezen wie hun vader precies was, wat hem bezighield in het leven en wat zijn ideeën, gedachten en normen en waarden waren. Ik kan me voorstellen dat dan de columns waarin ze zelf voorkomen het leukst zijn om terug te lezen. Wel fascinerend trouwens die menselijke angst om vergeten te worden. Grote onzin uiteraard, want daar hoef ik helemaal niet bang voor te zijn. Dat gebeurt toch wel. Tenzij je Albert Einstein of Adolf Hitler heet(te). Al zou de een wat sneller vergeten mogen worden dan de ander.

Mijn persoonlijke top tien
 
Wat ik het meest opvallend vind als ik mijn columns teruglees, is dat ik gelukkig constateer dat ik over het algemeen erg tevreden ben. Het opvallende hieraan is dat de mensen die mij goed kennen, mij nou niet bepaald zullen omschrijven als iemand die snel tevreden met zichzelf is. Integendeel zelfs. Dit sluit in elk geval mooi aan op wat ik al vermoedde en hoopte bevestigd te krijgen over mezelf, namelijk dat ik echt een type voor een columnist ben: ik heb uitgesproken meningen, ik ben breed geïnteresseerd, ik kan hopelijk aardig schrijven en ik heb humor. Omdat daar nog het niet onbelangrijke gegeven bijkomt dat ik het leuk vind om de columns te schrijven, denk ik maar dat ik er voorlopig nog even mee doorga.
Hoewel ik sommige van mijn columns niet bijzonder vind, heb ik bij de meeste toch het prettige gevoel dat ik tijdens het lezen denk van: ja verdomd, dat klopt helemaal. Ook dat maakt mij natuurlijk een geschikte columnist: ik denk niet alleen dat ik altijd gelijk heb, maar het klopt ook nog… (zie ook column 4 het E-woord - eigenwijs)

Ik vind het heel moeilijk om uit mijn columns er tien te kiezen waar ik het meest tevreden over ben, maar ik heb een poging gedaan. Hierbij heb ik rekening proberen te houden met de lengte van de columns door met name wat kortere columns in de top tien te zetten. De volgorde beschouw ik overigens als willekeurig, al heb ik wel nummer 16 niet voor niets op 1 gezet.

1. Column 16 Geen zin om te praten (selectief mutisme)
Toen ik dit weblog begon, wist ik meteen dat ik daarin iets zou gaan schrijven over het selectief mutisme van mijn tweede zoon. Het blijft een leuk verhaal voor op feesten en recepties (voor het geval ik ooit mocht besluiten om daar een keer heen te gaan), maar mijn zoon wil er absoluut niet meer aan herinnerd worden – of over praten! - dus hij zal niet blij zijn met deze nummer 1 notering.

2. Column 10 Logica van likmevestje (tenenkrommende woorden deel 2: verjaring)
Ik geef toe dat ik dat gevoel vaker heb, maar zeker bij het lezen van deze column denk ik maar één ding: ik heb helemaal gelijk. Hetzelfde geldt overigens voor deel 2 van tenenkrommende woorden: column 6 (onschendbaarheid). Onlangs moest ik hier weer aan denken met dat incident rondom die sukkel van een Russische diplomaat die maar bleef hameren op zijn diplomatieke onschendbaarheid. Walgelijk!

3. Column 12 Olifanten knallen (hypocrisie)
Deze column is niet zoveel gelezen, maar ik vind ‘m zelf één van mijn grappigst geschreven columns. Ook “grappig” (?) maar dan meer vanwege de verhalen erin, is column 73 Fictie of waar?(Chimpanzee) die ook over dieren gaat.

4. Column 77 Duivelse meisjes (Malala Yousafzai)
Ondanks dat de meeste columns van mij gaan over zaken waar ik me over opwind (en dat bij deze column ook speelt) en ondanks dat ik niet snel mensen bewonder (zie ook column 7), beschouw ik Malala wel als een echte held en alleen daarom mag zij in mijn top tien niet ontbreken. Nog een (anti)held van me is Sixto Rodriguez waar ik twee columns later over schrijf: column 79 Lang leve de anti-helden! (Searching for Sugar Man)

5. Column 11 Wie de goden beminnen (de dood)
Samen met column 35 (Yin-Yang relatie) is dit wel mijn ontroerendste column over de dood. Ik houd niet van taboes en dus zal ik over onderwerpen als de dood en zelfmoord altijd blijven schrijven omdat het me fascineert. Zie ook mijn droevige column 45 Ik houd niet van taboes (Pesten en zelfmoord).

6. Column 84 Schiet mij maar lek (wapenbeleid VS)
Wie mijn columns trouw leest, weet hoe kritisch ik de Verenigde Staten volg. Bijvoorbeeld op het gebied van het wapenbeleid daar. Wie meer columns erover (terug) wil lezen, kan kijken naar 21, 55, 64 en 83. Of druk gewoon op het label “Wapenbeleid VS” op mijn weblog.

7. Column 2 Net een wijf! (vriendschap)
Samen met column 5 Liedjesschrijver vind ik dit mijn beste column over vriendschap. Het zal zeker niet mijn laatste hierover zijn, net als dat ik over het persoonlijke onderwerp scheiden (82) ook nog wel eens verwacht iets te gaan schrijven.   

8. Columns 42, 43 en 44 (drieluik) Is God goed? (Filosofie - bewijs voor bestaan God)
Ik ben zeer geïnteresseerd in filosofie en wie mijn columns volgt, kan een filosofische draad zien lopen tussen alle onderwerpen die aan bod komen. Heerlijk vond ik het om mijn gedachten over dit onderwerp in dit drieluik op papier te zetten. Verder beschouw ik columns 51 Toeval bestaat (IDFA Wrong Time Wrong Place) en 61 Heb uw naaste lief (Paus Benedictus XVI) als mijn beste filosofische columns. Over mijn tweeluik over spiritualiteit ben ik trouwens ook tevreden: column 39 en 40 Mediteren I en II. Jaren geleden heb ik me ooit ingeschreven op een spirituele datingsite. Vooral omdat het gratis was en ze zich onderscheiden van andere datingsites door enorm uitgebreide profielen met veel info. Ik heb er nooit iets mee gedaan en wie zich afvraagt waarom ik hoogstwaarschijnlijk nooit zal eindigen met een spirituele vrouw, moet deze columns maar lezen.

9. Column 57 Get over it! (Paus Benedictus XVI)
Over de paus gesproken: ik heb daar wel meer columns over geschreven, zie verder ook 70 en 76. Ik moet wel eerlijk zeggen dat ik de huidige paus een enorme verbetering vind ten opzichte van de vorige, dus misschien schrijf ik nog een keer een optimistische column hierover.

10. Column 3 Gezocht wielrenner met ballen (wielrennen – Alberto Contador)
“Last but not least” mag in mijn top tien natuurlijk niet het onderwerp ontbreken waar ik veel columns aan heb gewijd (24, 34, 38, 59, 65, en 67) omdat het in het afgelopen jaar veel in het nieuws was: wielrennen en doping. Ik kies hier bewust voor mijn eerste column over dit onderwerp, omdat Lance Armstrong toen nog niet was gepakt maar ik wel alle ellende voelde aankomen.

Voor wie mijn columns met plezier leest en volgt: bedankt en ik hoop dat je dat blijft doen! En misschien dat je uit waardering wat reclame voor me in je omgeving zou kunnen maken. Ik heb weliswaar een Facebook-pagina maar daar is ook alles mee gezegd. Voor het echt verspreiden van mijn columns kan ik alle hulp gebruiken.

Reacties welkom!


Tonko

 

dinsdag 22 oktober 2013

99. COLUMN ZWARTE PIET DISCUSSIE, RACISME, DISCRIMINATIE, HET IS BIJ DISCRIMINATIE NET ALS BIJ PESTEN, DE MATE VAN GEVOELIGHEID BEPAALT, DE ASSOCIATIES MET ZWARTE PIET, ACTUALITEIT: Zwarte Piet en blanke vla

ONDERWERPEN: ZWARTE PIET - RACISME EN DISCRIMINATIE - PESTEN


Irritatie

“VN-rapporteurs voor minderheden en racisme hebben Nederland om opheldering gevraagd over de rol van Zwarte Piet bij het Sinterklaasfeest.”
Ik was niet van plan om ook maar één woord vuil te maken aan deze jaarlijks terugkerende o zo onbenullige discussie. Vergeleken hiermee vind ik zelfs die hele soap rondom de ludieke wijze waarop Nederland en Rusland hun feestjaar vieren nog interessant. Maar dit bericht vormt voor mij de druppel om toch mijn irritatie te uiten. Ik krijg haast PVV-achtige neigingen om te zeggen dat ze met hun handen van ons land en onze tradities moeten afblijven. Ja mensen: vergeet allemaal even alle ellende rondom de economische crisis en die paar doden door natuurrampen en oorlogen; het afschaffen van de Zwarte Pieten in Nederland, dát is waar wij ons druk over moeten maken!
 

Get a life

Als ik ergens bijna nog meer een hekel aan heb dan aan racisme en discriminatie dan is het wel aan van die mensen die geen gelegenheid onbenut laten om te laten weten dat ze zich weer eens over iets gediscrimineerd voelen.
Discriminatie lijkt steeds vaker niet langer te draaien om écht serieuze vormen van discriminatie, maar meer om de overgevoeligheid van een kleine groep “betrokkenen” dat blijkbaar niets anders te doen heeft dan zich te wentelen in de slachtofferrol.
Natuurlijk kun je stellen dat het een niet los staat van het ander en natuurlijk is dat waar. Het is bij discriminatie net als bij pesten. In bepaalde situaties is elke discussie overbodig: hier wordt gepest en dat ziet iedereen. Maar in situaties waarin sprake is van een soort gedrag dat ergens tussen plagen en pesten in zit, is het de mate van gevoeligheid van de ontvanger die bepaalt naar welke kant de balans uitslaat. Waar de een vindt dat hij een beetje gedold wordt en er dus weinig aandacht aan besteedt of er zelfs om lacht, ervaart de ander het als vervelend pestgedrag.
Maar God allemachtig, ik mag toch hopen dat er grenzen zijn die we allemaal met ons gezond verstand kunnen inschatten om het onderscheid te kunnen maken tussen daadwerkelijke discriminatie en de variant waarin men vanuit een overdreven overgevoeligheid doorslaat.
Ik vraag me af wat voor type mensen het zijn die zich over dit soort zaken zo druk maken. Net als met die lui die ervoor gezorgd hebben dat de negerzoenen tegenwoordig door het leven gaan als Buys Zoenen. “Waar ik me op deze wereld vooral aan erger? Ja, dat weet ik wel: ik stoor me eraan dat ze die chocoladelekkernij gevuld met wit schuim een negerzoen hebben genoemd.” Mens, get a life alsjeblieft!
 

Associaties met Zwarte Piet

Natuurlijk kun je het Sinterklaasfeest uitvoerig analyseren en daarbij tot de conclusie komen dat het in oorsprong een racistische achtergrond heeft. En laten we eerlijk zijn: dat klopt. Dat het feest niet draait om een machtige negerbaas met blanke knechtjes als hulpjes maar wel om de omgekeerde variant berust natuurlijk niet op toeval (al zijn beide varianten overigens racistisch uiteraard!).
Maar wie me nu gaat vertellen dat hierdoor al die miljoenen kinderen jarenlang bewust dan wel onbewust zijn opgevoed met het idee dat alle donkere mensen minder zijn en het verdienen om als knechtjes te worden behandeld, slaat de plank volledig mis. Wellicht dat Maurice de Hond financiële kansen ziet om onderzoek te doen naar de associaties die een gemiddeld Nederlands kind heeft met Zwarte Pieten, maar dan kan ik alvast de uitkomsten verklappen: plezier, feest, lachen, gekke grapjes uithalen, lenige trucjes doen, pepernoten gooien, snoepgoed en cadeautjes uitdelen etc.
Ironische aanvulling hierop is dat ik denk (niet heel gewaagd) dat er veel meer kinderen zullen zijn die negatieve associaties met Sinterklaas hebben dan met Zwarte Piet. Voor Sinterklaas zal menig kind een beetje bang zijn, aangezien we het hier hebben over de grote (witte) baas die beslist of jij goed dan wel stout bent geweest, met alle mogelijke vervelende consequenties van dien. Bij de gedachte aan Zwarte Piet daarentegen zal vrijwel elk kind alleen maar blij worden. Want wie houdt er nou niet van Zwarte Piet?
 

Harde wereld

Natuurlijk zullen er altijd donkere mensen zijn die vroeger, nu en in de toekomst wel eens door de omgeving met Zwarte Piet zijn/worden vergeleken. Hoe vervelend ook staat daar tegenover dat je niet wilt weten waar kinderen elkaar tegenwoordig allemaal voor uitmaken. Neem woorden als “homo”, “hoer” en “mongool” en combineer deze met bijvoorbeeld “kut” of ziektes als “kanker” en “tyfus” en ik vrees dat je al aardig de top tien scheldwoorden onder pubers te pakken hebt.
Tegen de kleine groep negers die zich gekwetst voelt door het woord Zwarte Piet zou ik dan willen zeggen: sluit aan in de rij. Het vreselijk hypocriete aan dit alles is dat de kans groot is als je iemand uitscheldt voor “homo”, “kankermongool”, “kuthoer” of “tata” (bleekscheet) je ermee weg zult komen, maar dat als je een neger voor Zwarte Piet uitmaakt je wellicht in de problemen komt omdat dat wel zo kwetsend en racistisch is.
We leven nu eenmaal in een harde wereld waarin je beter je kostbare tijd kunt besteden aan jezelf en je kinderen tegen dit alles te wapenen dan aan het steeds opnieuw je gelijk proberen te halen over iets dat, als je eerlijk bent, in nog veel meer soorten en maten voortkomt en helaas nooit zal verdwijnen.
Het ironische is nog dat degenen die al deze ophef veroorzaken eerder een averechts effect zullen bereiken dan het effect dat ze beogen. Door steeds maar de nadruk te leggen op het racistisch karakter van Zwarte Piet lijkt het mij niet ondenkbaar dat je er een soort van slapende (domme) honden mee wakker maakt. En zeker als er hierdoor een verbod op Zwarte Pieten zal komen.
 

Een goed milieu begint bij jezelf

Het doet me allemaal een beetje denken aan iets wat mijn zoon van dertien met een vriendje van elf kort geleden in hartje Amsterdam overkwam. Zij werden benaderd door een aantal donkere (sorry, kan er ook niks aan doen) knullen van ongeveer achttien jaar die aan hen vroegen of ze even hun mobiel mochten lenen om iemand te bellen. Mijn zoon trapte er gelukkig niet in, maar zijn vriendje twijfelde waarop hij te horen kreeg “Je vertrouwt ons zeker niet omdat we zwart zijn hè?” Waarna hij toch maar besloot zijn mobiel “uit te lenen”.
De afloop laat zich raden: hij heeft zijn mobiel nooit meer terug gezien. De donkere jongens kunnen er trots op zijn dat ze met dit soort gedrag het door hun zelf aangehaalde en aan het vriendje van mijn zoon verweten racisme juist in de hand werken. Het vriendje heeft zijn lesje geleerd en zal niet snel meer zijn mobiel aan onbekenden uitlenen. Maar zeker niet meer aan een groepje donkere knullen dat suggereert dat je racistisch bent als je niet meewerkt.
Juist die lui die de mond zo vol hebben van discriminatie en gediscrimineerd worden, vind ik verdacht. Vaak zijn zij zelf juist het meest racistisch van allemaal. Het is net als met mensen die steeds roepen dat ze zo gelukkig zijn. Als je gelukkig bent, voel je niet de behoefte om dat steeds maar weer opnieuw te roepen. Dan ben je het gewoon. Als je iedereen om je heen gelijk behandelt, ben je niets steeds bezig met het onderwerp discriminatie. Een goed milieu begint bij jezelf.
Mocht ik nu negers hebben beledigd omdat ze niet tegen het woord “neger” kunnen dan hebben ze pech. Zo lust ik er nog wel een paar (het woord neger is trouwens afgeleid van het Spaanse en Portugese woord "negro" wat zwart betekent). Noem mij nooit meer een “blanke”, want dat vind ik zeer kwetsend en discriminerend. Blank associeer ik met leeg en kleurloos en je raakt me diep in mijn ziel met deze zware belediging. Ik denk dat ik ook maar eens ga protesteren tegen die aanstootgevende blanke vla in de supermarkt.
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie

 

 

maandag 7 oktober 2013

98. COLUMN ADVOCATEN WIM ANKER EN TJALLING VAN DER GOOT, DOCUMENTAIRE “DE VERDEDIGING VAN ROBERT M.", DWDD, GERARD SPONG, DE KICK VAN HET VRIJ KRIJGEN VAN EEN GUILTY-AS-HELL VERDACHTE, UITGANGSPUNT VAN RECHTSPRAAK ZOU ALTIJD RECHTVAARDIGHEID MOETEN ZIJN, ACTUALITEIT: Rechtvaardigheid vs. Letter van de wet

 

DWDD - DE VERDEDIGING VAN ROBERT M. - ADVOCATEN

 

De verdediging van Robert M.

Ik vermoed dat Matthijs van Nieuwkerk mijn column over Gerard Spong (zie column 87) gelezen heeft nadat de beroemde advocaat eind mei bij hem in DWDD te gast was om te praten over zijn boek “De Breuk”. Het zou zomaar kunnen, want wie “Column Gerard Spong” intikt op internet, komt snel terecht bij een van mijn meest gelezen columns van mijn weblog.
In elk geval had Van Nieuwkerk opnieuw een advocaat te gast of beter gezegd twee advocaten: Wim Anker en Tjalling van der Goot. Aanleiding was de documentaire “De Verdediging van Robert M.” die later op dezelfde avond werd uitgezonden.  Anker en Van der Goot hebben de afgelopen jaren de verdediging gevoerd van Robert M., de man die meer dan tachtig baby’s en peuters heeft misbruikt en daarvoor uiteindelijk werd veroordeeld tot negentien jaar gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging.
 

Behoorlijk kritisch

Waar Van Nieuwkerk destijds vol ontzag en bewondering tegenover Gerard Spong zat, was hij dit keer voor zijn doen behoorlijk kritisch al had hij er wat mij betreft nog wel een schepje bovenop mogen doen.
Zo zei Van Nieuwkerk op een gegeven moment “… en toch keur ik dat niet af…” waar ik graag zou hebben gezien dat hij de ballen had gehad om het juist wél hardop af te keuren. Waarbij ik er dan voor het gemak maar even van uitga dat dat eigenlijk was wat Van Nieuwkerks écht voelde, maar wat hij niet durfde uit te spreken omdat hij zich veilig wilde beperken tot datgene waar hij het best in is: het voeren van onderhoudende gesprekken met leuke, tevreden gasten.
 

Vormfoutje

Centraal in de documentaire staat het spanningsveld tussen de letter van de wet aan de ene kant en rechtvaardigheid aan de andere kant. Hierbij draait het om de vraag wat je als advocaat moet doen als je een pedofiel als cliënt hebt die heeft bekend tientallen baby’s en peuters te hebben misbruikt en je bovendien ook weet dat hij schuldig is omdat je zelf de video-opnamen ervan hebt gezien, maar waarbij je ook weet dat het openbaar ministerie onrechtmatig aan deze banden is gekomen en je op basis daarvan bij de rechter om vrijspraak voor je cliënt zou kunnen vragen. Het mag niet verbazen dat de twee advocaten in deze zaak ervoor kozen om laatst genoemd verweer, overigens zonder succes, aan de rechter op te voeren.
Het viel Van Nieuwkerk te prijzen dat hij tegenover de advocaten zich hardop afvroeg of het niet brutaal was om in deze zaak op basis van een “vormfoutje” om vrijspraak te vragen voor hun cliënt.
Maar zoals je kunt verwachten van advocaten kwamen ze met gelikte antwoorden als: “Een van de taken van een advocaat is om te kijken of het proces op een rechtmatige werkwijze is uitgevoerd en of de betrokken partijen zich hierbij aan de wet hebben gehouden”; “Wij moeten de rechter wijzen op gemaakte fouten, dat is onze taak en plicht en zo doen we dat in alle zaken” etc.
Op de vraag van Van Nieuwkerk wat er nou zou zijn gebeurd als Robert M. hierdoor was vrijgekomen, antwoordden de twee dat dat een deel van hun vak is waar ze achter staan en “we vinden dat we dat moeten doen”. Ondanks dat ze het niet hardop zeiden, kwam het er eigenlijk op neer dat in dat geval de verantwoordelijkheid of schuld voor de uitspraak geheel bij de rechter lag en niet bij hun.
 

Er is iets grondig mis met onze rechtspraak

Zoals ik al schreef in mijn column over Gerard Spong is er naar mijn mening iets grondig mis met onze rechtspraak in het algemeen. Uitgangspunt van rechtspraak zou ten alle tijden moeten zijn dat we de mensen die een misdaad hebben begaan op basis van zoveel mogelijk feiten (waarheidsvinding) een rechtvaardige straf geven die passend is bij wat ze hebben misdaan. Een ieder die in de juridische wereld werkt en die het hier niet mee eens is, heeft er naar mijn mening niets te zoeken.
In mijn “ideale”rechtstaat zouden zowel openbare aanklagers als advocaten moeten streven naar hetzelfde doel (genoemd uitgangspunt) waarbij de een zich richt op het aanklagen van de verdachte en de ander zich bezighoudt met de verdediging. 
 

De kick van het vrij krijgen van een guilty-as-hell verdachte

Dat de heren Anker en Van der Goot wederom het beeld bevestigen dat advocaten goed moeten kunnen liegen, stoort mij het meest. Stel je nou eens voor dat de heren door een vloek zouden zijn gedwongen om tijdens dit interview alleen maar de waarheid te spreken in plaats van er zo omzichtig omheen te draaien. Man, wat zou dat grappig zijn geweest. Dan zouden ze ongetwijfeld iets hebben geroepen in de richting van: “Matthijs beste vent, tussen jou en ons gezegd interesseert ons de term rechtvaardigheid helemaal niets. Daar zijn we helemaal niet mee bezig. Wij zien zo’n zaak gewoon als een enorme uitdaging maar vooral in de eerste plaats als een spel dat we koste wat het kost willen winnen en laten we eerlijk zijn: wat is er nou mooier dan het vrij krijgen van een verdachte die “guilty as hell” is? Besef wel dat dát voor een advocaat de ultieme kick is Matthijs! Je cliënt is blij, wij zijn blij en iedereen om ons heen vindt ons fantastische advocaten en kijkt, net als jij, huizenhoog tegen ons op waardoor we nóg meer geweldige opdrachten krijgen van nóg grotere boeven en we nóg meer geld kunnen verdienen. Kortom Matthijs, wat denk je zelf: doen we dit werk uit idealisme of handelen we puur vanuit ons ego?”
Ik hoop dat Matthijs van Nieuwkerk ook deze column leest en hij er inspiratie uit put voor zijn volgende gast-advocaat. Ditmaal verwacht ik een knock-out.



Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.