woensdag 29 juli 2015

203. COLUMN PUBERS, VERLIEFDHEID, VRIENDINNETJES, JE GELIJK WILLEN KRIJGEN, PRIVÉ (DEEL 1, DEEL 2 VOLGT METEEN HIERNA): De discrepantie tussen gelijk hebben en gelijk krijgen

ONDERWERPEN: PUBERS - VERLIEFDHEID - JE GELIJK WILLEN KRIJGEN

 

Macho-achtig gedrag 

De afgelopen maanden zijn mijn beide puberzoons van zeventien en vijftien weer single geworden. De oudste maakte het zelf uit en de jongste zag zijn vriendinnetje hun relatie beëindigen.
Van mijn oudste zoon verbaasde het mij niet. Hij heeft zich de laatste jaren een houding aangemeten die wat oppervlakkig doch o zo typerend voor vele pubers is: lang leve de lol en vrijheid en weg met verplichtingen waar je aan vast zit. School is stom, het leven moet draaien om feesten, hangen met je vrienden en links en rechts wat meiden scoren. Waarbij het uiterlijk vanzelfsprekend een hele belangrijke rol speelt, want een beetje chick valt op een gespierd lichaam. En dus zijn goede voeding en een regelmatige gang naar de sportschool onontbeerlijk.
Ik kan nu stoer roepen dat je wel kunt zien dat hij mijn zoon is, maar wie mij kent zal hier hartelijk om moeten lachen. Met mijn “geloof” in de genen kan ik niet anders dan concluderen dat hij op dit punt meer van mijn ex-vrouw en haar familie heeft meegekregen dan van de mijne, waarin ik met geen mogelijkheid dergelijk macho-achtig gedrag terug kan vinden. 
 

Vermoeiend

Toch blijven er (gelukkig) genoeg andere kenmerken over waaraan ik kan zien dat hij wel degelijk mijn zoon is. Zoals bijvoorbeeld aan zijn uitgesproken meningen en zijn neiging om daarbij over van alles en nog wat in discussie te willen gaan en zijn gelijk te willen halen. Terwijl hij in zijn discussies met mij - “uiteraard” - altijd ongelijk heeft.
Met de vrees dat ik vroeger op dit punt misschien nóg erger dan mijn zoon was, besef ik nu pas hoe vermoeiend mijn ouders mij soms moeten hebben gevonden. Ook al zullen er nu ongetwijfeld bekenden roepen dat ik nog steeds zo vermoeiend ben, heb ik inmiddels wel een goed excuus. Waar ik vrees dat ik het vroeger nog wel eens bij het verkeerde eind had, geldt dat nu - uiteraard - niet meer.
Laten we zeggen dat dat de stap is die mijn zoon nog moet gaan maken: van uitgesproken meningen naar goed onderbouwde uitgesproken meningen. Overigens moeten die bekenden ook niet onderschatten hoe vermoeiend het kan zijn om door allemaal eigenwijze mensen voor eigenwijs te worden uitgemaakt…

Wie zwakte toont, redt het niet

De interessante vraag in deze kwestie is wat nou irritanter is: een zoon die denkt gelijk te hebben maar dat niet heeft of een vader die (ervan overtuigd is dat hij) gelijk heeft maar die nog steeds worstelt met de discrepantie tussen gelijk hebben en gelijk krijgen.
De neiging om op momenten dat je weet dat je gelijk hebt dit koste wat het kost ook te willen krijgen, is even menselijk als zinloos. Iets waar ik even tijd voor nodig heb gehad om daarachter te komen en wat ik tot op de dag van vandaag “in the heat of the moment” nog steeds af en toe pleeg te vergeten. Zonde en vooral stom, want ik weet tenslotte al heel lang dat wij leven in een wereld waarin gebrek aan zelfkritiek een van de meest voorkomende menselijke eigenschappen is. Wat ook weer niet zo vreemd is als je bedenkt dat je zonder (veel) zelfkritiek veel verder komt in het leven.
Het zal een dierlijk overlevingsmechanisme zijn: wie zwakte toont, redt het niet. En elke vorm van zelfkritiek kun je - net als eigenschappen als kwetsbaarheid, eerlijkheid en bescheidenheid - in de menselijke strijd om de sterkste/fitste te zijn, gerust beschouwen als een zwaktebod. Wat voor apen geldt voor hun plek op de apenrots geldt precies zo voor mensen op de hiërarchische ladder: hoe hoger je komt, hoe minder van dit soort “zwaktes” je er zult aantreffen. Ook op dit punt zit de (dieren) wereld eigenlijk heel simpel in elkaar.
 

Op zoek naar zichzelf

Ondanks dat ik de aardige vriendin van mijn oudste zoon maar twee keer had ontmoet en dus niet goed kende, had ik met haar te doen omdat zij als één jaar ouder pubermeisje duidelijk wat serieuzer in de relatie stond dan hij. Gelukkig vond mijn zoon het ook emotioneel en zielig voor haar toen hij het uitmaakte, maar met al zijn twijfels over de verliefdheid en zijn gevoel in zijn vrijheid beperkt te worden (lees: niet willen vastzitten aan “slechts” één meisje), zag hij geen andere uitweg.
Als ik naar mijn oudste zoon kijk, zie ik wat voor veel meer pubers zal gelden: iemand die op zoek is naar zichzelf, maar die daar nog lang niet is. Hoe stoer mijn zoon ook doet, prik ik er zo doorheen. Zijn gedrag past (nog) niet bij de persoon die hij is. Ik zie mijn zoon als een goede, gevoelige en soms zelfs verlegen jongen die veel te serieus is op het gebied van de liefde om links en rechts met (meerdere) vriendinnetjes aan te komen zetten.
Als ik een zinloze discussie wil, moet ik dit tegen hem zeggen. Maar gelukkig ben ik inmiddels verstandig genoeg om dat niet te doen.


Ik weet toch wel dat ik (opnieuw) gelijk heb…
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten