donderdag 30 juni 2016

251. COLUMN ACROGYM (DOCHTER STOPT ERMEE), INVLOED VAN OUDERS OP HUN KINDEREN, NATURE EN NURTURE, PRIVÉ (DEEL 2/2, SLOT): Het blijft allemaal niets meer en niets minder dan een kwestie van willekeur

INVLOED VAN OUDERS OP KINDEREN - NATURE VS. NURTURE

 

Ambitieus

Uit wat mijn dochter er zelf over zegt, kan ik opmaken dat ze met acrogym is gestopt door een combinatie van een aantal factoren.
Ten eerste vindt ze zichzelf niet goed genoeg. Wat ik als vader - maar ook vanuit een objectief punt gezien - niets anders dan onterecht kan vinden aangezien ze het met de wedstrijden altijd heel goed heeft gedaan, met zelfs één deelname aan het NK acrogym.
Haar houding hierover heeft denk ik alles met haar ambities te maken. Ondanks dat je het niet zozeer aan haar afziet, kan mijn dochter zeer ambitieus zijn. Omdat ze nu met acrogym een paar jaar op hetzelfde niveau bezig is (eerst als bovenpartner - getild worden - en later als onderpartner - anderen tillen), ze merkt dat ze van nature niet tot de meest lenige van de groep behoort (maar dat geldt voor meer meisjes) en haar trainster haar ook ooit vertelde dat dat mede komt doordat ze ernaast hockeyt wat niet bevorderlijk is voor de lenigheid van haar spieren, denkt mijn dochter dat ze niet veel verder komt en is ze er klaar mee. Daarbij komt nog dat ze met haar laatste acrogympartners minder klikt dan met die van de voorgaande jaren en heeft ze bedacht dat als ze nu stopt ze meer (vrije) tijd krijgt voor andere zaken als huiswerk en hockey. Omdat ze met hockey voor volgend seizoen opnieuw in een selectieteam is geplaatst, ziet ze daarin wel de nodige uitdagingen.
 

Invloed ouders op levensloop en keuzes kinderen

Het stoppen van mijn dochter met acrogym roept bij meer weer eens de interessante vraag op in hoeverre je als ouder als individu nou eigenlijk invloed hebt op de levensloop en keuzes van je kinderen. Menig ouder zal de overtuiging hebben dat die invloed vrij groot is maar ik ben daarentegen ervan overtuigd dat die invloed altijd een stuk minder groot is dan ouders (willen) geloven.
Zoals altijd komt het er weer op neer dat mensen de eigenaardige neiging hebben om als iets goed gaat (bijvoorbeeld in de opvoeding) dit toe te schrijven aan hun eigen kwaliteiten terwijl als er iets fout gaat (in bijvoorbeeld dezelfde opvoeding) dit vooral zal worden toegeschreven aan externe factoren. En zoals altijd denk ik weer dat beide visies sterk overdreven zijn en dat de waarheid dichter ligt bij iets wat mensen niet fijn vinden om te horen: op veel factoren in het leven hebben we weinig dan wel veel minder invloed dan we (willen) denken.
Factoren als geluk, pech, willekeur, nature en aanleg tezamen met omgevingsfactoren die wij zelf niet in de hand hebben, zijn alle ervoor verantwoordelijk dat wij veel minder controle kunnen uitoefenen op onze omgeving dan we zouden willen.
 

Egoïstisch gezien

Laten we tennis als eenvoudig voorbeeld nemen. Puur egoïstisch gezien had ik graag gezien dat al mijn drie kinderen tennissers waren geworden. Ik ben zelf een tennisser en ik zou het heel erg leuk hebben gevonden als ik regelmatig met mijn kinderen een balletje had kunnen slaan.
Nu kun je denken van dat is toch simpel: je zet je kinderen op tennis en motiveert ze zo goed als je kan door bijvoorbeeld regelmatig zelf met ze te gaan tennissen. Kat in het bakkie.
Toch is het niet zo simpel. Ondanks dat alle drie inderdaad op tennis hebben gezeten, zijn ze er ook alle drie weer afgegaan. Weer puur vanuit een egoïstisch sentiment bekeken, kan ik nu stellen dat ik dus kennelijk tekort ben geschoten in het overbrengen van motivatie. Wellicht had ik meer met ze moeten gaan tennissen en zelfs ook op die momenten dat ze daar geen zin in hadden. Wellicht had ik gewoon wat meer doorzettingsvermogen van ze mogen eisen omdat je soms nu eenmaal zin “moet maken” en was deze zachte dwang/push nu eenmaal noodzakelijk geweest om de drempel te nemen richting plezier krijgen in de sport.
 

De factor "Nature"

Natuurlijk zou dat allemaal waar kunnen zijn, maar toch betwijfel ik of een andere aanpak ervoor had kunnen zorgen dat mijn kinderen net als ik tennissers waren geworden (of wil ik dat uit zelfbescherming niet geloven?). Simpelweg omdat er teveel factoren meespelen waarop ik weinig tot geen invloed heb.
De eerste in dit voorbeeld is misschien wel de belangrijkste: nature (om mijn punt te maken, laat ik voor het gemak de invloed die nurture-omstandigheden kunnen hebben op de nature even buiten beschouwing).
Stel dat kinderen ouders hebben met een stabiele, niet gecompliceerde, niet controversiële persoonlijkheid die nodig is om behoorlijk soepel door het (sociale) leven en de loopbaancarrière heen te lopen. Waarmee ik dus vooral doel op het soort ouders dat zich tijdens hun leven in het algemeen keurig dan wel blindelings aan alle (omgangs) regels heeft gehouden en geen noemenswaardige moeite met autoriteit heeft vertoond. In dat geval denk ik dat de kans groot is dat de kinderen vanuit de nature een vergelijkbare persoonlijkheid zullen hebben met een grote bereidheid om dingen en regels aan te nemen van invloedrijke mensen uit hun omgeving, waaronder in de eerste plaats de ouders.
 

Erfelijk belast

Terugkerend naar mijn voorbeeld van tennis merkte ik al snel dat ik mijn kinderen tennisles kon geven wat ik wilde, maar dat dat weinig zin had. En wel om één simpele reden. In meer of mindere mate hebben al mijn kinderen moeite met autoriteit, nemen ze niet snel dingen aan, weten ze het vaak beter en zijn ze zeker tegenover “autoriteit”(??) papa allesbehalve onder de indruk van goedbedoelde adviezen en tips. Wat uiteraard ook veel zegt over de papa en zijn (gebrek aan) natuurlijk overwicht. Iets waar ik vast ook nog wel eens een column aan ga wijden.
Opmerkingen als “Dat doe ik toch!” en “Daar heb ik geen zin in” en “Dat werkt helemaal niet” vlogen me continu om de oren. Om gek van te worden, ware het niet dat ik heel goed besefte dat ik me niet hypocriet moest gaan gedragen. Als ik gefrustreerd raak van mijn eigenwijze, koppige, betweterige kinderen met een autoriteitsprobleem (en dat dat wel eens gebeurt, staat vast) dan zal ik toch in de eerste plaats naar mezelf én hun moeder moeten kijken. Waarbij ik dan ook zo eerlijk moet zijn om te erkennen dat ze op deze punten qua nature iets meer erfelijk belast zijn van de kant van hun vader. Alleen voor de koppigheid zal ik ze vriendelijk doorverwijzen naar hun moeder, die daar zelf overigens wel begrip voor zal kunnen opbrengen mag ik hopen (zie ook column 110). 
 

Kneedbaar

Samenvattend komt het erop neer dat als ik invloed wil uitoefenen op mijn kinderen ik voor een niet onbelangrijk deel ook afhankelijk ben van nature-omstandigheden. Omstandigheden dus die voor het overgrote deel al bij de geboorte vastliggen en waar ik verder helemaal niets aan kan veranderen. Hoe flexibeler ouders van nature zijn en hoe meer ze open staan voor het blindelings volgen van regels en adviezen van anderen, hoe groter de kans dat hun kinderen nog enigszins kneedbaar en beïnvloedbaar zullen zijn.
Maar ook al zou ik kinderen hebben gehad die ik zonder moeite had kunnen kneden tot tennisspelers dan nog was ik er niet geweest. Want wanneer ik kijk naar de redenen waarom ik zelf tennisser ben geworden, kan ik concluderen dat er nog genoeg onzekere omgevingsfactoren overblijven die bij dit soort keuzes bepalend kunnen zijn waar je als ouder ook weer totaal geen invloed op hebt. Denk alleen al aan bijvoorbeeld de ligging van de tennisbanen (dichtbij/ver - mijn club lag om de hoek), het aanzicht van de club, de sfeer, de tennisleraar/-lerares, vriendjes/vriendinnetjes die ook op die club zitten etc.
En met (of zonder) hulp van alle genoemde nature en omgevingsfactoren valt of staat alles uiteindelijk met één simpele "last but not least" eindvraag: vindt je kind het leuk? Waarbij we opnieuw uitkomen op een factor waar menig ouder stiekem zelf alle controle over zou willen hebben maar moet erkennen dat dat toch echt een illusie is.    
Je kunt er lang of kort over blijven praten, maar het blijft allemaal niets meer en niets minder dan een kwestie van willekeur en geluk of pech.
 

Moraal van het verhaal

Een lang verhaal om mezelf te overtuigen. Vooral van het feit dat ik niet of nauwelijks controle heb op de keuzes die mijn kinderen in hun leven maken. Of dat nou gaat om de sporten die ze wel of niet (meer) willen beoefenen of om de studies die ze straks wel of niet gaan volgen.
Moraal van het verhaal weet ik overigens al lang: gelukkig maar dat ik die invloed niet heb. Zoveel invloed op je kinderen moet je ook niet willen hebben. Het gaat tenslotte om hun (eigen leven) en niet om (dat van) mij. Een zoetsappig cliché maar al te waar: welke keuzes mijn kinderen in hun leven maken maakt mij niets uit, zo lang als ze er maar gelukkig van worden. 
 
En toch blijft het jammer dat mijn dochter is gestopt met acrogym. Spreekt de betweterige, eigenwijze, sentimentele vader die altijd het laatste woord wil hebben...
 

Tonko


Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
Foto: Tonko
 

woensdag 29 juni 2016

250. COLUMN ACROGYM (DOCHTER STOPT ERMEE), JEUGDSENTIMENT, MOEITE HEBBEN MET HET VERGAAN VAN TIJD, OPEN TEGENOVER GESLOTEN, PRIVACY, PRIVÉ (DEEL 1/2, DEEL 2 OVER DE INVLOED VAN OUDERS OP HUN KINDEREN VOLGT METEEN HIERNA) : Wie open en zelfkritisch is, wordt minder snel geraakt en gekwetst

STOPPEN MET ACROGYM - SENTIMENT - OPEN - GESLOTEN - PRIVACY  

 

250e Column

Mijn tweehonderdvijftigste column inmiddels: weer een mooi moment om mijn trouwe lezers te bedanken voor het volgen van mijn weblog en om te vragen naar op- of aanmerkingen, reacties, tips etc. Wil je naar aanleiding van mijn tweehonderdvijftigste column iets kwijt dan hoor ik het graag!
 

Sentimenteel persoon

Mijn dochter is gestopt met acrogym. Onlangs had ze haar laatste twee wedstrijden en sloot ze deze leuke sport af met een tweede plaats bij de demowedstrijd voor turn-/acrogymclubs. Opnieuw was de demo mooi en origineel, maar hij haalde het niet bij de superoefening van vorig jaar toen het team de wedstrijd won (zie column 198).
Dat mijn dochter stopt, doet mij meer dan haar. Met dit soort dingen ben en blijf ik nu eenmaal een behoorlijk sentimenteel persoon (zie ook column 147). Ik bewaar goede herinneringen aan het halen, brengen en kijken naar de wedstrijden en ik zal de bezoekjes met mijn dochter na de trainingen aan de ijssalon op de hoek erg gaan missen.
Nieuwsgierig als ik altijd ben, vraag ik me af wat er achter dit soort sentiment zit dat altijd naar boven komt op een moment dat een fijne fase wordt afgesloten. Het antwoord daarop is echter natuurlijk niet zo ingewikkeld: moeite hebben met het vergaan van de tijd. De een zal meer last hebben van (jeugd) sentimentele en nostalgische gevoelens van iets belangrijks of dierbaars te zijn kwijtgeraakt (
Grieks: nostos = terugkeer en algos = droefheid, pijn, lijden) dan de ander. En helaas ben ik hierin meer “de een”. Niet voor niets wordt vooral in de spirituele wereld het ultieme geluk gezocht in leven in het nu.
 

Moeilijk te doorgronden

Waarom mijn dochter precies met acrogym is gestopt, weet alleen zij. Mijn dochter is nogal moeilijk te doorgronden. Ooit vroeg een hockeycoach aan mij of ik tips had over hoe hij mijn dochter kon bereiken omdat hij haar niet kon peilen, waarop ik zei dat ik hem een hand kon geven. Ik weet meestal ook niet wat er in haar hoofd omgaat. Wat die geslotenheid betreft lijkt ze erg op haar moeder bij wie ik datzelfde gevoel ook altijd had.
Zelf ben ik naarmate ik ouder ben geworden steeds meer een open boek geworden. Wat overigens absoluut niet wil zeggen dat ik links en rechts maar aan Jan en alleman mijn levensverhalen vertel. Maar voor mensen die oprechte interesse tonen en die mij beter kennen, geldt dat ze me van alles en nog wat kunnen vragen (in zoverre ik het ze zelf niet al heb verteld) en ik zal overal een eerlijk antwoord op geven. Daar ben ik niet moeilijk in. Ik houd zelf enorm van openheid en directheid en van beestjes bij de naam noemen en ik heb helemaal niets met taboes.
 

Gemengde gevoelens met privacy

Mijn ex-vrouw vond mij te direct en was van mening dat je bepaalde vragen gewoon niet stelt omdat ze brutaal en impertinent zijn en ze de privacy aantasten. Met het woord “privacy” zal ik altijd gemengde gevoelens blijven hebben. Natuurlijk heb ook ik behoefte aan privacy en in sommige opzichten zelfs veel meer dan anderen. Maar dan vooral in de betekenis van alleen willen zijn.
Ik ben graag op zijn tijd (lees: regelmatig) alleen. Zo vind ik het bijvoorbeeld helemaal niets om met mooi zomers weer in mijn kleine tuintje te zitten op een moment dat iedereen om mij heen ook in de tuin zit, omdat je dan alles van elkaar hoort. En niet omdat ik iets te verbergen zou hebben, maar gewoon omdat ik dat niet prettig vind.
Jaren geleden was ik ooit op vakantie in Zweden en zaten we in een huisje met een grote tuin aan de rand van een bos waarin je kon verdwalen - wat we dan ook prompt een keer deden - en waarbij de eerste buren op een paar kilometer afstand zaten. Zoals we daar woonden zou ik het liefst altijd willen wonen, aangezien ik dan ultiem kan genieten van ongerepte natuur én privacy. Waarbij ik “ongerepte natuur” definieer als iets wat wij in Nederland niet of nauwelijks kennen: om je heen kijken en nergens enige vorm van “beschaving” (lees: mensheid) zien. Wat dat betreft woon ik in het verkeerde land en had ik veel liever in bijvoorbeeld de Ardennen of Scandinavië gewoond.
Wanneer je kijkt naar de betekenis van privacy in de zin van het niet willen delen van bepaalde informatie met anderen, heb ik weer veel minder met privacy dan de meesten. Met mensen die op dit punt altijd heel erg op hun privacy gesteld zijn, vraag ik me altijd af wat ze toch in godsnaam te verbergen hebben.
Ervan uitgaande dat ieder mens wel iets te verbergen heeft waarvan hij niet wil dat anderen het weten, heb ik daar gelukkig niet veel last van. Ik leid verder geen dubbelleven met lugubere geheimen of lijken in de kast of kelder (die ik niet heb: noch een kelder noch lijken), al kun je daar natuurlijk tegenin brengen dat je juist mensen die dat beweren niet moet vertrouwen. In elk geval is de kans groot dat als chanteurs zich bij mij melden, ze met de staart tussen de benen moeten afdruipen omdat ik zal zeggen van “prima, maak maar bekend, daar schaam ik me verder niet voor”.
Dat ik zo ben, komt wellicht doordat ik van nature een vrij gevoelige, kwetsbare inslag heb en ik deze kwetsbaarheid alleen maar zou vergroten als ik me maar steeds achter mijn privacy zou verschuilen. Hoe opener je bent en hoe meer dit gepaard gaat met een gezonde zelfkritische kant, hoe minder kwetsbaar je zult zijn. Want wie open en zelfkritisch is, zal minder snel geraakt en gekwetst (kunnen) worden. Althans zo denk ik erover. Al sta ik uiteraard open voor andere meningen...

In deel twee ga ik in op de invloed die ouders op de levensloop van hun kinderen (denken te) hebben.
 

Tonko


Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
Foto: Tonko